RCR 2012/44
Derdenwerking. Moet een kwalitatief recht expliciet worden bedongen?
HR 06-04-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV6727 (Tennisvereniging De IJpelaar)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 april 2012
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk, C.E. Drion
- Zaaknummer
10/04355
- Conclusie
plv. P-G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BV6727
- Roepnaam
Tennisvereniging De IJpelaar
- JCDI
JCDI:ADS911141:1
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BV6727, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑04‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BV6727, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 17‑02‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑10‑2010
- Wetingang
BW art. 6:248 lid 2, 251
Essentie
Derdenwerking. Redelijkheid en billijkheid.
Moet een kwalitatief recht expliciet worden bedongen?
Samenvatting
Een tennisvereniging stelt in 1982 lichtmasten op rondom haar tennispark. Met drie omwonenden wordt afgesproken dat bij bepaalde banen geen lichtmasten zullen worden opgesteld, namelijk bij de banen gelegen naast de woningen van die omwonenden. In 2007 worden de oorspronkelijk onverlicht gebleven banen alsnog verlicht. De bestuursrechter verwerpt de bezwaren tegen de vergunning. Vervolgens komen drie omwonenden voor de civiele rechter op vanwege wanprestatie onder de in 1982 gemaakte afspraken. Een van de drie eisers was in 1982 al partij bij de gemaakte afspraak. De andere twee ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.