NJ 2017/103
Caribische zaak. Niet-tijdige betaling griffierecht; sanctie vervallenverklaring hoger beroep, art. 429o Rv Aruba jo. art. 270 lid 5 Rv Aruba; eisen goede procesorde.
HR 17-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:272
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 februari 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/01438
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110823:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:272, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1229, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑12‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑03‑2016
- Wetingang
Art. 270, 429o Rv Aruba
Essentie
Caribische zaak. Niet-tijdige betaling griffierecht; sanctie vervallenverklaring hoger beroep, art. 429o Rv Aruba jo. art. 270 lid 5 Rv Aruba; eisen goede procesorde.
Het verval van het hoger beroep op de voet van art. 429o lid 1 Rv Aruba (RvA) in verbinding met art. 270 lid 5 RvA vindt van rechtswege plaats als de betaling van het griffierecht niet binnen de daarvoor gestelde termijn heeft plaatsgevonden. Het hof is niet ertoe gehouden om onmiddellijk na het verstrijken van de betalingstermijn voor het griffierecht vast te stellen dat het hoger beroep is vervallen. De eisen van een goede procesorde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.