Einde inhoudsopgave
Oorlogswet voor Nederland
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-05-1997
- Bronpublicatie:
03-04-1996, Stb. 1996, 368 (uitgifte: 09-07-1996, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23788 Overheid.nl: 23788)
- Inwerkingtreding
01-05-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-04-1997, Stb. 1997, 172 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Onverminderd de artikelen 7, eerste lid, en 8, eerste lid, van de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden kunnen, ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken, bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, de artikelen 9 tot en met 14 gezamenlijk of afzonderlijk in werking worden gesteld.
2.
Wanneer het in het eerste lid bedoelde besluit is genomen, wordt onverwijld een voorstel van wet aan de Tweede Kamer gezonden omtrent het voortduren van de werking van de bij het in het eerste lid bedoelde besluit in werking gestelde bepalingen.
3.
Wordt het voorstel van wet door de Staten-Generaal verworpen, dan worden bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, de bepalingen die ingevolge het eerste lid in werking zijn gesteld, onverwijld buiten werking gesteld.
4.
Bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, kunnen bepalingen die ingevolge het eerste lid in werking zijn gesteld, buiten werking worden gesteld, zodra de omstandigheden dit naar Ons oordeel toelaten.
5.
Het besluit, bedoeld in het eerste, derde en vierde lid, wordt op de daarin te bepalen wijze bekendgemaakt. Het treedt in werking terstond na de bekendmaking.
6.
Het besluit, bedoeld in het eerste, derde en vierde lid, wordt in ieder geval geplaatst in het Staatsblad.