Einde inhoudsopgave
Oorlogswet voor Nederland
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 01-05-1997
- Bronpublicatie:
03-04-1996, Stb. 1996, 368 (uitgifte: 09-07-1996, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23788 Overheid.nl: 23788)
- Inwerkingtreding
01-05-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-04-1997, Stb. 1997, 172 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De militair is bevoegd in de rechtmatige uitoefening van de buitengewone bevoegdheden uit hoofdstuk II van deze wet geweld te gebruiken wanneer het daarmede beoogde doel dit, mede gelet op de aan het gebruik van geweld verbonden gevaren, rechtvaardigt en dat doel niet op een andere wijze kan worden bereikt.
2.
Aan het gebruik van geweld gaat zo mogelijk een waarschuwing vooraf.
3.
De uitoefening van de bevoegdheid, genoemd in het eerste lid, dient in verhouding tot het beoogde doel redelijk en gematigd te zijn.
4.
Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels vastgesteld over het gebruik van geweld bedoeld in het eerste lid.