Einde inhoudsopgave
Richtlijn 70/157/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichting van motorvoertuigen
Bijlage I Voorschriften voor EG-typegoedkeuring van een type motorvoertuig wat het geluidsniveau betreft
Geldend
Geldend van 05-07-2007 tot 01-07-2027
- Redactionele toelichting
Met ingang van 06-07-2008 en tot 06-07-2010 wordt het voertuig waarvoor typegoedkeuring wordt aangevraagd, alleen voor monitoringdoeleinden aan de test in bijlage 10 van VN/ECE-Reglement nr. 51 onderworpen. De resultaten van die test worden overeenkomstig bijlage 9 van VN/ECE-Reglement nr. 51 bij de in de aanhangsels 1 en 2 van deze bijlage, genoemde documenten gevoegd. De betrokken lidstaat stuurt die inlichtingenformulieren naar de Commissie. Deze verplichtingen hebben geen gevolgen voor de uitbreiding van bestaande goedkeuringen overeenkomstig deze richtlijn. In het kader van deze monitoringprocedure wordt een voertuig niet als een nieuw type beschouwd indien het alleen verschilt wat de punten 2.2.1 en 2.2.2 van VN/ECE-Reglement nr. 51 betreft. Deze wijziging wordt toegepast vanaf 06-07-2008.
- Bronpublicatie:
14-06-2007, PbEU 2007, L 155 (uitgifte: 15-06-2007, regelingnummer: 2007/34/EG)
- Inwerkingtreding
05-07-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2007, PbEU 2007, L 155 (uitgifte: 15-06-2007, regelingnummer: 2007/34/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Algemeen
1. Aanvraag om EG-typegoedkeuring van een voertuigtype
1.1
De aanvraag om EG-typegoedkeuring van een voertuigtype wat het geluidsniveau betreft overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Richtlijn 70/156/EEG, wordt ingediend door de fabrikant van het voertuig.
1.2
Een model van het inlichtingenformulier is opgenomen in aanhangsel 1.
1.3
Een voertuig dat representatief is voor het goed te keuren type wordt door de fabrikant van het voertuig ter beschikking gesteld van de technische dienst die verantwoordelijk is voor de tests.
1.4
Op verzoek van de technische dienst worden eveneens een exemplaar van het uitlaatsysteem en een motor ter beschikking gesteld die ten minste dezelfde cilinderinhoud en hetzelfde nominale vermogen heeft als die waarmee het goed te keuren voertuigtype is uitgerust.
2. Geluidsniveau van rijdende voertuigen
2.1. Grenswaarden
Het geluidsniveau gemeten overeenkomstig de bepalingen van bijlage III mag de volgende grenswaarden niet overschrijden:
Voertuigcategorie | Waarden uitgedrukt in dB (A) | |
---|---|---|
2.1.1. | voertuigen voor personenvervoer met ten hoogste negen zitplaatsen, die van de bestuurder inbegrepen | 74 |
2.1.2. | voertuigen voor personenvervoer met meer dan negen zitplaatsen, die van de bestuurder inbegrepen, met een toegestane maximummassa van meer dan 3,5 ton en: | |
2.1.2.1. | met een motorvermogen van minder dan 150 kW | 78 |
2.1.2.2. | met een motorvermogen van niet minder dan 150 kW | 80 |
2.1.3. | voertuigen voor personenvervoer met meer dan negen zitplaatsen, die van de bestuurder inbegrepen; voertuigen voor goederenvervoer: | |
2.1.3.1. | met een toegestane maximummassa van niet meer dan 2 ton | 76 |
2.1.3.2. | met een toegestane maximummassa van meer dan 2 ton, maar niet meer dan 3,5 ton | 77 |
2.1.4. | voertuigen voor goederenvervoer met een toegestane maximummassa van meer dan 3,5 ton en: | |
2.1.4.1. | met een motorvermogen van minder dan 75 kW | 77 |
2.1.4.2. | met een motorvermogen van niet minder dan 75 kW, maar minder dan 150 kW | 78 |
2.1.4.3. | met een motorvermogen van niet minder dan 150 kW | 80 |
De grenswaarden worden evenwel:
- —
met 1 dB (A) verhoogd voor voertuigen van de categorieën 2.1.1 en 2.1.3 met een dieselmotor met directe inspuiting;
- —
voor voertuigen met een toegestane maximummassa van meer dan 2 ton, die zijn ontworpen voor terreingebruik, verhoogd met 1 dB (A) indien zij zijn uitgerust met een motor met een vermogen van minder dan 150 kW, en verhoogd met 2 dB (A) indien zij zijn uitgerust met een motor van 150 kW of meer;
- —
voor voertuigen van categorie 2.1.1 met een handbediende versnellingsbak met meer dan vier versnellingen vooruit en een motor met een maximumvermogen van meer dan 140 kW/t, waarvan de verhouding maximumvermogen/maximummassa meer dan 75 kW/t bedraagt, worden de grenswaarden verhoogd met 1 dB (A) indien de snelheid waarmee de achterkant van het voertuig de lijn BB' in de derde versnelling passeert, meer dan 61 km/h bedraagt.
2.2. Interpretatie van de resultaten
- 2.2.1.
Om rekening te houden met onnauwkeurigheden in de meetapparatuur, wordt het resultaat van elke meting bepaald door 1 dB (A) af te trekken van de afgelezen waarde.
- 2.2.2.
De metingen worden als geldig beschouwd indien het verschil tussen twee opeenvolgende metingen aan dezelfde zijde van het voertuig niet meer dan 2 dB (A) bedraagt.
- 2.2.3.
Het hoogste gemeten geluidsniveau geldt als het testresultaat. Indien deze waarde 1 dB (A) meer bedraagt dan het maximaal toegestane geluidsniveau voor de betrokken voertuigcategorie, wordt overgegaan tot een nieuwe reeks van twee metingen op de desbetreffende positie van de microfoon. Drie van de vier aldus voor deze positie verkregen resultaten moeten binnen de voorgeschreven grenzen liggen.
3. Merktekens
3.1
Op de onderdelen van het uit- en inlaatsysteem, met uitzondering van de bevestigingsdelen en pijpen, worden de volgende merktekens aangebracht:
- 3.1.1.
het fabrieks- of handelsmerk van de fabrikant van de systemen en onderdelen daarvan;
- 3.1.2.
de door de fabrikant gegeven handelsbenaming.
3.2
De merktekens moeten goed leesbaar en onuitwisbaar zijn, ook wanneer het systeem op het voertuig is gemonteerd.
4. Verlening van EG-typegoedkeuring voor een voertuigtype
4.1
Indien aan de desbetreffende voorschriften is voldaan, wordt EG-typegoedkeuring overeenkomstig artikel 4, lid 3, en, in voorkomend geval, artikel 4, lid 4, van Richtlijn 70/156/EEG verleend.
4.2
In aanhangsel 2 wordt een model van het EG-typegoedkeuringscertificaat gegeven.
4.3
Aan elk goedgekeurd voertuigtype wordt een goedkeuringsnummer overeenkomstig bijlage VII bij Richtlijn 70/156/EEG toegekend. Dezelfde lidstaat mag hetzelfde nummer niet aan een ander voertuigtype toekennen.
5. Wijziging van het type en van de goedkeuring
5.1
Bij wijziging van het overeenkomstig deze richtlijn goedgekeurde type zijn de bepalingen van artikel 5 van Richtlijn 70/156/EEG van toepassing.
6. Overeenstemming van de productie
6.1
Overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn 70/156/EEG worden maatregelen genomen om de overeenstemming van de productie te garanderen.
6.2
Bijzondere bepalingen:
- 6.2.1.
De in punt 2.3.5 van bijlage X bij Richtlijn 70/156/EEG genoemde tests zijn die welke zijn voorgeschreven in bijlage 7 van VN/ECE-Reglement nr. 51, waarnaar in bijlage III bij deze richtlijn wordt verwezen.
- 6.2.2.
Normaliter vinden de in punt 3 van bijlage X bij Richtlijn 70/156/EEG genoemde inspecties om de twee jaar plaats.
Aanhangsel 1
Inlichtingenformulier nr. … overeenkomstig bijlage I van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (*) betreffende de EG-typegoedkeuring van een voertuig wat het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichting betreft (Richtlijn 70/157/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn …/…/EG)
De volgende informatie wordt, indien van toepassing, in drievoud verstrekt en van een inhoudsopgave voorzien. Eventuele tekeningen worden op een passende schaal met voldoende details in A4-formaat of tot dat formaat gevouwen ingediend. Op eventuele foto's moeten voldoende details te zien zijn.
Indien de systemen, onderdelen of technische eenheden elektronisch gestuurde functies hebben, moeten gegevens over de prestaties worden verstrekt.
0. Algemene gegevens
0.1. Merk (firmanaam):
0.2. Type en algemene handelsbenaming(en):
0.3. Middel tot identificatie van het type, indien op het voertuig aangebracht (b):
0.3.1. Plaats van dat identificatiemiddel:
0.4. Voertuigcategorie (c):
0.5. Naam en adres van de fabrikant:
0.8. Adres van de assemblagefabriek(en):
1. Algemene bouwwijze van het voertuig
1.1. Foto's en/of tekeningen van een representatief voertuig:
1.3.3. Aangedreven assen (aantal, plaats en onderlinge verbindingen):
1.6. Plaats en opstelling van de motor:
2. Massa's en afmetingen (e) (in kg en mm) (Eventueel naar tekening verwijzen)
2.4. Bereik van de afmetingen (buitenmaten) van het voertuig
2.4.1. Chassis zonder carrosserie
2.4.1.1. Lengte (j):
2.4.1.2. Breedte (k):
2.4.2. Chassis met carrosserie
2.4.2.1. Lengte (j):
2.4.2.2. Breedte (k):
2.6. Massa van het voertuig met carrosserie in rijklare toestand, of massa van het chassis met cabine indien de fabrikant de carrosserie niet monteert (met standaarduitrusting, inclusief koelvloeistof, smeermiddelen, brandstof, gereedschap, reservewiel en bestuurder) (o) (maximum en minimum):
3. Motor (q)
3.1. Fabrikant:
3.1.1. Motorcode van de fabrikant (zoals vermeld op de motor, of ander identificatiemiddel):
3.2. Verbrandingsmotor
3.2.1.1. Werkingsprincipe: elektrische ontsteking/compressieontsteking, viertakt/tweetakt (1)
3.2.1.2. Aantal en opstelling van de cilinders:
3.2.1.2.3. Ontstekingsvolgorde:
3.2.1.3. Cilinderinhoud (s): ...cm3
3.2.1.8. Nettomaximumvermogen (t):... kW bij min-1 (volgens fabrieksopgave)
3.2.4. Brandstoftoevoer
3.2.4.1. Via carburateur(s): ja/neen (1)
3.2.4.1.2. Type(n):
3.2.4.1.3. Aantal:
3.2.4.2. Door brandstofinspuiting (alleen compressieontsteking): ja/neen (1)
3.2.4.2.2. Werkingsprincipe: directe inspuiting/voorkamer/wervelkamer (1)
3.2.4.2.4. Regulateur
3.2.4.2.4.1. Type:
3.2.4.2.4.2.1. Uitschakelingspunt onder belasting: ...min-1
3.2.4.3. Door brandstofinspuiting (alleen elektrische ontsteking): ja/neen (1)
3.2.4.3.1. Werkingsprincipe: inlaatspruitstuk (monopoint/multipoint) (1)/directe inspuiting/andere (specificeren) (1)
3.2.8. Inlaatsysteem
3.2.8.4.2. Luchtfilter, tekeningen; of
3.2.8.4.2.1. Merk(en):
3.2.8.4.2.2. Type(n):
3.2.8.4.3. Inlaatgeluiddemper, tekeningen; of
3.2.8.4.3.1. Merk(en):
3.2.8.4.3.2. Type(n):
3.2.9. Uitlaatsysteem
3.2.9.2. Beschrijving en/of tekening van het uitlaatsysteem:
3.2.9.4. Uitlaatgeluiddemper(s):
Voorste, middelste, achterste geluiddemper: constructie, type, merkteken, indien relevant voor buitengeluid: geluiddempende maatregelen in de motorruimte en op de motor:
3.2.9.5. Plaats van de uitlaatopening:
3.2.9.6. Uitlaatgeluiddemper met vezelmateriaal:
3.2.12.2.1. Katalysator: ja/neen (1)
3.2.12.2.1.1. Aantal katalysatoren en elementen
3.3. Elektromotor
3.3.1. Type (wikkeling, bekrachtiging):
3.3.1.1. Maximumuurvermogen: kW
3.3.1.2. Bedrijfsspanning: V
3.4. Andere verbrandings- of elektromotoren of combinaties daarvan (gegevens over de onderdelen van dergelijke verbrandings- of elektromotoren):
4. Transmissie (v)
4.2. Transmissiesysteem (mechanisch, hydraulisch, elektrisch enz.):
4.6. Overbrengingsverhoudingen
Versnelling | Verhoudingen in de versnellingsbak (verhoudingen tussen omwentelingen van de motor en omwentelingen van de uitgaande as van de versnellingsbak) | Eindoverbrengingsverhouding(en) (verhouding tussen omwentelingen van de uitgaande as van de versnellingsbak en omwentelingen van de aangedreven wielen) | Totale verhouding |
---|---|---|---|
Maximum voor CVT (*) | |||
1 | |||
2 | |||
3 | |||
… | |||
Minimum voor CVT (*) | |||
Achteruit |
4.7. Maximumsnelheid van het voertuig (en versnelling waarin deze wordt bereikt) (in km/h) (w):
6. Ophanging
6.6. Banden en wielen
6.6.2. Boven- en ondergrens van de rolstralen
6.6.2.1. As 1:
6.6.2.2. As 2:
6.6.2.3. As 3:
6.6.2.4. As 4: enz.
9. Carrosserie (niet van toepassing op voertuigen van categorie M1)
9.1. Carrosserietype:
9.2. Materialen en bouwwijze:
12. Diversen
12.5. Gegevens over eventuele niet met de motor verbonden geluiddempingsinrichtingen (voor zover niet elders vermeld):
Aanvullende gegevens voor terreinvoertuigen
1.3. Aantal assen en wielen:
2.4.1. Chassis zonder carrosserie
2.4.1.4.1. Oploophoek (na): ... graden
2.4.1.5.1. Afloophoek (nb): ...graden
2.4.1.6. Vrije hoogte boven de grond (zoals gedefinieerd in punt 4.5 van hoofdstuk A van bijlage II bij Richtlijn 70/156/EEG)
2.4.1.6.1. Tussen de assen:
2.4.1.6.2. Onder de vooras(sen):
2.4.1.6.3. Onder de achteras(sen):
2.4.1.7. Hellingshoek (nc): ... graden
2.4.2. Chassis met carrosserie
2.4.2.4.1. Oploophoek (na): ... graden
2.4.2.5.1. Afloophoek (nb): ... graden
2.4.2.6. Vrije hoogte boven de grond (zoals gedefinieerd in punt 4.5 van hoofdstuk A van bijlage II bij Richtlijn 70/156/EEG)
2.4.2.6.1. Tussen de assen:
2.4.2.6.2. Onder de vooras(sen):
2.4.2.6.3. Onder de achteras(sen):
2.4.2.7. Hellingshoek (nc): ... graden
2.15. Wegrijvermogen op een helling (alleen het voertuig): ...%
4.9. Differentieelsper: ja/neen/facultatief (1)
Datum, dossier
Aanhangsel 2
Model EG-Typegoedkeuringscertificaat
(maximumformaat: A4 (210 × 297 mm))
Stempel van de administratie
Mededeling betreffende de
- —
typegoedkeuring (1)
- —
uitbreiding van de typegoedkeuring (1)
- —
weigering van de typegoedkeuring (1)
- —
intrekking van de typegoedkeuring (1)
van een type voertuig/onderdeel/technische eenheid (1) overeenkomstig Richtlijn …/…/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn …/…/EG
Typegoedkeuringsnummer:
Reden voor de uitbreiding:
Deel I
0.1. Merk (firmanaam):
0.2. Type en algemene handelsbenaming(en):
0.3. Middel tot identificatie van het type, indien op het voertuig/het onderdeel/de technische eenheid aangebracht (1)(2)
0.3.1. Plaats van dat identificatiemiddel:
0.4. Voertuigcategorie (3)
0.5. Naam en adres van de fabrikant:
0.7. In het geval van onderdelen en technische eenheden, plaats en wijze van aanbrenging van het EG-goedkeuringsmerk:
0.8. Adres van de assemblagefabriek(en)
Deel II
1. Aanvullende informatie (indien van toepassing): zie addendum
2. Technische dienst die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de tests:
3. Datum van het testrapport:
4. Nummer van het testrapport:
5. Eventuele opmerkingen: zie addendum
6. Plaats:
7. Datum:
8. Handtekening:
9. Bijgevoegd is de inhoudsopgave van het informatiepakket dat bij de goedkeuringsinstantie is ingediend en dat op verzoek verkrijgbaar is.
Addendum bij EG-typegoedkeuringscertificaat nr. …
betreffende de typegoedkeuring van een voertuig overeenkomstig Richtlijn 70/157/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn …/…/EG
1. Aanvullende informatie
1.1. Indien nodig, een lijst van de voertuigen die onder punt 3.1.2.3.2.3 van bijlage III van VN/ECE-Reglement nr. 51 vallen:
1.2. Motor
1.2.1. Fabrikant:
1.2.2. Type:
1.2.3. Model:
1.2.4. Nominaal maximumvermogen: ...kW bij ...min-1
1.3. Transmissie: niet-automatische versnellingsbak/automatische versnellingsbak (1)
1.3.1. Aantal versnellingen
1.4. Uitrusting
1.4.1. Uitlaatgeluiddemper
1.4.1.1. Fabrikant:
1.4.1.2. Model:
1.4.1.3. Type: ... overeenkomstig tekening nr.:
1.4.2. Inlaatgeluiddemper
1.4.2.1. Fabrikant:
1.4.2.2. Model:
1.4.2.3. Type: ... overeenkomstig tekening nr.:
1.5. Bandenmaat:
1.5.1. Beschrijving van het bandentype dat voor de typegoedkeuringstests is gebruikt:
1.6. Metingen
1.6.1. Geluidsniveau van het rijdende voertuig
Meetresultaten | |||
---|---|---|---|
Linkerkant dB (A) (1) | Rechterkant dB (A) (1) | Stand van de versnellingspook | |
Eerste meting | |||
Tweede meting | |||
Derde meting | |||
Vierde meting | |||
Testresultaat: … dB (A)/E (2) |
1.6.2. Geluidsniveau van het stilstaande voertuig
Meetresultaten | ||
---|---|---|
dB (A) | Motor | |
Eerste meting | ||
Tweede meting | ||
Derde meting | ||
Testresultaat: … dB (A)/E (1) |
1.6.3. Niveau van het persluchtgeluid
Meetresultaten | ||
---|---|---|
Linkerkant dB (A) (1) | Rechterkant dB (A) (1) | |
Eerste meting | ||
Tweede meting | ||
Derde meting | ||
Vierde meting | ||
Testresultaat: … dB (A) |
5. Opmerkingen:
Voetnoten
De nummers van de punten en voetnoten in dit inlichtingenformulier komen overeen met die van bijlage I van Richtlijn 70/156/EEG. Punten die voor deze richtlijn niet relevant zijn, zijn weggelaten.
Doorhalen wat niet van toepassing is.
Doorhalen wat niet van toepassing is.
Doorhalen wat niet van toepassing is.
Doorhalen wat niet van toepassing is.
Doorhalen wat niet van toepassing is.
Doorhalen wat niet van toepassing is.
Doorhalen wat niet van toepassing is.
Doorhalen wat niet van toepassing is.
Continuvariabele transmissie.
Continuvariabele transmissie.
Doorhalen wat niet van toepassing is.
Doorhalen wat niet van toepassing is.
Doorhalen wat niet van toepassing is.
Doorhalen wat niet van toepassing is.
Doorhalen wat niet van toepassing is.
Doorhalen wat niet van toepassing is.
Doorhalen wat niet van toepassing is.
Indien het middel tot identificatie van het type tekens bevat die niet relevant zijn voor de typebeschrijving van het voertuig, het onderdeel of de technische eenheid waarop dit typegoedkeuringscertificaat betrekking heeft, worden deze tekens in de documenten weergegeven door het symbool ‘?’ (bv. ABC??123??).
Zoals gedefinieerd in bijlage II, deel A, bij Richtlijn 70/156/EEG.
Doorhalen wat niet van toepassing is.
Meetwaarden verminderd met 1 dB (A) overeenkomstig punt 2.2.1 van bijlage I.
Meetwaarden verminderd met 1 dB (A) overeenkomstig punt 2.2.1 van bijlage I.
‘E’ geeft aan dat de metingen in kwestie overeenkomstig deze richtlijn zijn uitgevoerd.
‘E’ geeft aan dat de metingen in kwestie overeenkomstig deze richtlijn zijn uitgevoerd.
Meetwaarden verminderd met 1 dB (A) overeenkomstig punt 2.2.1 van bijlage I.
Meetwaarden verminderd met 1 dB (A) overeenkomstig punt 2.2.1 van bijlage I.