NJ 2019/7
Antilliaanse zaak. Gewoontewitwassen. Kunnen baren en broodjes goud die vanuit Venezuela illegaal zijn geëxporteerd naar Aruba en Curaçao worden aangemerkt als uit enig misdrijf afkomstig?
HR 13-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:327, m.nt. H.D. Wolswijk
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 maart 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
16/02246 A
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Noot
H.D. Wolswijk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124621:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:327, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑03‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:193, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑04‑2017
- Wetingang
Art. 435a, 435b SrNA; art. 420bis lid 1 Sr
Essentie
Antilliaanse zaak. Gewoontewitwassen. Kunnen baren en broodjes goud die vanuit Venezuela illegaal zijn geëxporteerd naar Aruba en Curaçao worden aangemerkt als uit enig misdrijf afkomstig?
Samenvatting
De delictsomschrijving in art. 435a lid 1 SrNA is gelijkluidend aan die in art. 420bis lid 1 Sr. Voorwerpen kunnen in beginsel slechts worden aangemerkt als “uit enig misdrijf afkomstig” indien deze afkomstig zijn uit een misdrijf gepleegd voorafgaand aan de in art. 420bis lid 1 Sr genoemde delictsgedragingen. Voorwerpen met betrekking tot welke een misdrijf is begaan, zijn bovendien niet reeds daardoor “afkomstig uit enig misdrijf”. De export van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.