Einde inhoudsopgave
Subsidieregeling Verduurzaming en Onderhoud Huurwoningen (SVOH)
Artikel 8 Activiteiten en voorwaarden
Geldend
Geldend van 01-04-2023 tot 01-01-2026
- Redactionele toelichting
Herstel van de wijziging van 01-02-2023, Stcrt. 3378.
- Bronpublicatie:
13-03-2023, Stcrt. 2023, 3378 jo Stcrt. 2023, 7854 (uitgifte: 14-03-2023, regelingnummer: 2023-0000123376)
01-02-2023, Stcrt. 2023, 3378 jo Stcrt. 2023, 7854 (uitgifte: 02-02-2023, regelingnummer: 2022-0000535845)
- Inwerkingtreding
01-04-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-02-2023, Stcrt. 2023, 3378 (uitgifte: 02-02-2023, regelingnummer: 2022-0000535845)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Energiebesparing
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
Huurrecht / Huur van woonruimte
1.
De Minister kan aan een verhuurder ten behoeve van een huurwoning of monumentale huurwoning waarvan hij ten tijde van de subsidieaanvraag eigenaar is, subsidie verstrekken voor:
- a.
één of meer maatregelen, waaronder in ieder geval één energiebesparende maatregel als bedoeld in artikel 5;
- b.
een energieadvies.
2.
Subsidie op grond van het eerste lid, onderdeel b, wordt uitsluitend verstrekt in combinatie met subsidie op grond van het eerste lid, onderdeel a.
3.
Subsidie op grond van het eerste lid, onderdeel a, wordt slechts verstrekt voor maatregelen die uitgevoerd zijn na de datum van inwerkingtreding van deze regeling.
4.
Subsidie op grond van het eerste lid wordt slechts verstrekt indien de huurwoning of monumentale huurwoning aantoonbaar op de dag voorafgaande aan de indiening van de subsidieaanvraag was verhuurd.
5.
Per adres wordt voor dezelfde maatregel slechts eenmaal subsidie op grond van dit artikel verstrekt.
6.
Er wordt op grond van het eerste lid geen subsidie verstrekt ten behoeve van een huurwoning of monumentale huurwoning die in eigendom is van een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet.