RVR 2015/34
Evenredigheid. Wanneer is handhavend optreden zodanig onevenredig ten opzichte van de daarmee te dienen belangen, dat van optreden behoort te worden afgezien?
ABRvS 11-02-2015, ECLI:NL:RVS:2015:358
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
11 februari 2015
- Magistraten
Mr. J.E.M. Polak
- Zaaknummer
201403502/1/A1.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2015:358, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 11‑02‑2015
- Wetingang
Art. 3:4 lid 2, 5:32 Awb
Essentie
Beginselplicht tot handhaving. Bijzondere omstandigheden. Evenredigheid.
Wanneer is handhavend optreden zodanig onevenredig ten opzichte van de daarmee te dienen belangen, dat van optreden behoort te worden afgezien?
Samenvatting
Op 3 september 2013 legde het College van B&W van de Gemeente Oss een last onder dwangsom op tot het verwijderen en verwijderd houden van een kippenhok, hooiopslag en een hooiruif op het perceel van appellant. Deze bouwwerken zijn in strijd met het bestemmingsplan. Bovendien beschikte appellant niet over de daartoe benodigde vergunningen. Appellant heeft tegen de beslissing van 3 september 2013 bezwaar gemaakt; dat is ongegrond verklaard. Appellant heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.