RN 2014/76
Erfrecht. In hoeverre is een erfgenaam gebonden aan de in het testament gestelde termijn om een vordering tot zekerheid te kunnen instellen?
Hof Den Haag 29-04-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:1868
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
29 april 2014
- Magistraten
Mrs. E.A. Mink, A.N. Labohm, A.H.N. Stollenwerck
- Zaaknummer
200.130.367/01
- JCDI
JCDI:ADS49093:1
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Testamenten
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2014:1868, Uitspraak, Hof Den Haag, 29‑04‑2014
- Wetingang
Art. 4:45 BW
Essentie
Erfrecht.
In hoeverre is een erfgenaam gebonden aan de in het testament gestelde termijn om een vordering tot zekerheid te kunnen instellen?
Samenvatting
Door het overlijden van haar vader heeft dochter krachtens een ouderlijke boedelverdeling een niet-opeisbare geldvordering verkregen op haar moeder. Op vordering van de dochter is moeder door de rechtbank veroordeeld om voor de geldvordering van de dochter een hypotheekrecht te vestigen op haar woning. Moeder heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld. Volgens moeder is in het testament bepaald dat de erfgenamen verplicht zijn om binnen één jaar na het overlijden een notariële akte te doen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.