RvdW 2015/1176
Hoger beroep; art. 24 Rv; verboden aanvulling grondslag vordering; twee conclusie-regel; uitzonderingen.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders
- Zaaknummer
15/00212
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- Roepnaam
Muradin/Waaijer
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3195, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1671, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑08‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑12‑2014
- Wetingang
Art. 24 Rv
Essentie
Hoger beroep; art. 24 Rv; verboden aanvulling grondslag vordering; twee conclusie-regel; uitzonderingen.
Verweerster in cassatie heeft blijkens de stukken van het geding uitsluitend nakoming van de door haar gestelde overeenkomsten gevorderd. Het hof heeft derhalve in strijd met art. 24 Rv gehandeld door de vordering op grond van ongerechtvaardigde verrijking toe te wijzen. Dit wordt niet anders door de omstandigheid dat uit de inleidende dagvaarding van verweerster blijkt dat eiser tot cassatie die grondslag zelf ter sprake heeft gebracht voorafgaande aan de procedure en dat de inleidende dagvaarding daarvan melding maakt in de context van de in art. 111 ...