Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/794 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol)
Artikel 51 Gezamenlijke parlementaire controle
Geldend
Geldend vanaf 28-06-2022
- Bronpublicatie:
08-06-2022, PbEU 2022, L 169 (uitgifte: 27-06-2022, regelingnummer: 2022/991)
- Inwerkingtreding
28-06-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-06-2022, PbEU 2022, L 169 (uitgifte: 27-06-2022, regelingnummer: 2022/991)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Overeenkomstig artikel 88 VWEU wordt de controle van de activiteiten van Europol gedaan door het Europees Parlement, tezamen met de nationale parlementen. Dit neemt de vorm aan van een gespecialiseerde Gezamenlijke Parlementaire Controlegroep (GPC), die gezamenlijk door de nationale parlementen en de bevoegde commissie van het Europees Parlement wordt opgericht. De organisatie en het reglement van orde van de GPC worden vastgesteld door het Europees Parlement en de nationale parlementen in overeenstemming met artikel 9 van Protocol nr. 1.
2.
De GPC houdt politiek toezicht op de activiteiten die Europol ontplooit bij het uitvoeren van zijn taak, mede wat betreft het effect van die activiteiten op de grondrechten en fundamentele vrijheden van natuurlijke personen.
Daartoe:
- a)
verschijnen de voorzitter van de raad van bestuur, de uitvoerend directeur of hun plaatsvervangers desgevraagd voor de GPC om vraagstukken te bespreken in verband met de in de eerste alinea bedoelde activiteiten, alsmede de budgettaire aspecten ervan, de structurele organisatie van Europol en de mogelijke oprichting van nieuwe eenheden en gespecialiseerde centra, met inachtneming van de zwijg- en geheimhoudingsplicht. De GPC kan beslissen andere relevante personen op haar vergaderingen uit te nodigen, indien gepast;
- b)
verschijnt de EDPS desgevraagd en ten minste één keer per jaar voor de GPC om, met inachtneming van de zwijg- en geheimhoudingsplicht, algemene aangelegenheden betreffende de bescherming van de grondrechten en de fundamentele vrijheden van natuurlijke personen, en in het bijzonder de bescherming van persoonsgegevens, in verband met de activiteiten van Europol te bespreken;
- c)
wordt de GPC geraadpleegd in verband met de meerjarenprogrammering van Europol overeenkomstig artikel 12, lid 1.
3.
Europol legt aan de GPC ter informatie onderstaande documenten over, met inachtneming van de zwijg- en geheimhoudingsplicht:
- a)
dreigingsevaluaties, strategische analyses en algemene situatieverslagen met betrekking tot het doel van Europol, alsmede de resultaten van studies en evaluaties die door Europol zijn gelast;
- b)
de administratieve regelingen die op grond van artikel 25, lid 1, zijn gesloten;
- c)
het document met de meerjarenprogrammering en het jaarlijkse werkprogramma van Europol, bedoeld in artikel 12, lid 1;
- d)
het in artikel 11, lid 1, punt c), bedoelde geconsolideerde jaarverslag over de activiteiten van Europol, met relevante informatie over de activiteiten van Europol op het gebied van de verwerking van grote datasets en de resultaten daarvan, zonder operationele details openbaar te maken en zonder afbreuk te doen aan lopende onderzoeken;
- e)
het in artikel 68, lid 1, bedoelde, door de Commissie opgestelde evaluatieverslag;
- f)
jaarlijkse informatie op grond van artikel 26, lid 11, over de met particuliere partijen uitgewisselde persoonsgegevens op grond van de artikelen 26, 26 bis en 26 ter, met inbegrip van een beoordeling van de effectiviteit van de samenwerking, specifieke voorbeelden van gevallen waaruit blijkt waarom die verzoeken noodzakelijk en evenredig waren om Europol in staat te stellen zijn doelstellingen te verwezenlijken en zijn taken uit te voeren, en, wat de uitwisseling van persoonsgegevens op grond van artikel 26 ter betreft, het aantal kinderen dat als gevolg van die uitwisseling is geïdentificeerd, voor zover die informatie beschikbaar is voor Europol;
- g)
jaarlijkse informatie over het aantal gevallen waarin Europol persoonsgegevens die geen betrekking hebben op de in bijlage II opgenomen categorieën betrokkenen moest verwerken, om de lidstaten te ondersteunen bij een lopend specifiek strafrechtelijk onderzoek overeenkomstig artikel 18 bis, naast informatie over de duur en resultaten van de verwerking, met inbegrip van voorbeelden van dergelijke gevallen waaruit blijkt waarom die gegevensverwerking noodzakelijk en evenredig was;
- h)
jaarlijkse informatie over overdrachten van persoonsgegevens aan derde landen en aan internationale organisaties overeenkomstig artikel 25, lid 1, of artikel 25, lid 4 bis, uitgesplitst naar rechtsgrond, en over het aantal gevallen waarin de uitvoerend directeur op grond van artikel 25, lid 5, de overdracht van persoonsgegevens of categorieën van overdrachten van persoonsgegevens aan derde landen of aan internationale organisaties heeft toegestaan in verband met een lopend specifiek strafrechtelijk onderzoek, met inbegrip van informatie over de betrokken landen en de duur van de toestemming;
- i)
jaarlijkse informatie over het aantal gevallen waarin Europol de eventuele opname van informatiesignaleringen in het SIS heeft voorgesteld overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt t), met inbegrip van specifieke voorbeelden van gevallen waaruit blijkt waarom de opname van die informatiesignaleringen werd voorgesteld;
- j)
jaarlijkse informatie over het aantal onderzoeks- en innovatieprojecten die zijn opgezet, met inbegrip van informatie over de doelstellingen van die projecten, de categorieën verwerkte persoonsgegevens, de toegepaste aanvullende waarborgen, met inbegrip van gegevensminimalisering, de rechtshandhavingsbehoeften waaraan die projecten beogen te beantwoorden en de resultaten van die projecten;
- k)
jaarlijkse informatie over het aantal gevallen waarin Europol gebruik heeft gemaakt van tijdelijke verwerking overeenkomstig artikel 18, lid 6 bis, en in voorkomend geval het aantal gevallen waarin de verwerkingsperiode werd verlengd;
- l)
jaarlijkse informatie over het aantal en de soorten gevallen waarin bijzondere categorieën persoonsgegevens zijn verwerkt, op grond van artikel 30, lid 2.
De in de punten f) en i) bedoelde voorbeelden worden geanonimiseerd voor zover ze betrekking hebben op persoonsgegevens.
De in punt g) bedoelde voorbeelden worden geanonimiseerd voor zover ze betrekking hebben op persoonsgegevens, zonder operationele details openbaar te maken en zonder afbreuk te doen aan lopende onderzoeken.
4.
De GPC kan andere relevante documenten verlangen die nodig zijn voor de vervulling van haar taken met betrekking tot de politieke controle op de activiteiten van Europol, met inachtneming van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (1), en onverminderd de artikelen 52 en 67 van deze verordening.
5.
De GPC kan samenvattende conclusies opstellen over de politieke controle op de activiteiten van Europol, met inbegrip van niet-bindende specifieke aanbevelingen aan Europol, en die conclusies voorleggen aan het Europees Parlement en de nationale parlementen. Het Europees Parlement zendt die conclusies ter informatie aan de Raad, de Commissie en Europol.
Voetnoten
Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).