NJB 2019/2280
Doorzendplicht. Oordeel dat sprake is van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht houdt stand
HR 12-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1193
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 juli 2019
- Magistraten
Mrs. De Groot, Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren en Cools
- Zaaknummer
19/00298
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1193, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑07‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:580, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑05‑2019
- Wetingang
(art. 6:15 Awb)
Essentie
Doorzendplicht. Oordeel dat sprake is van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht houdt stand
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
‘2.3
De klacht betoogt dat het oordeel van het hof dat belanghebbende wegens kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht geen beroep toekomt op de doorzendplicht van artikel 6:15, lid 3, Awb, onjuist en onbegrijpelijk.
2.4.1
Met zijn (…) oordeel heeft het hof tot uitdrukking gebracht dat het voor belanghebbende ten tijde van het indienen van het bezwaarschrift duidelijk moest zijn dat het bezwaar werd ingediend bij een andere instantie dan het bestuursorgaan dat tot beslissing op het bezwaar bevoegd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.