NJB 2012/1371
HR, 01-06-2012, nr. 11/03153
HR 01-06-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV8216
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 juni 2012
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, W.D.H. Asser en A.H.T. Heisterkamp;
- Zaaknummer
11/03153
- Conclusie
A-G mr. J.L.R.A. Huydecoper
- LJN
BX6962
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BX6962, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BX6962, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑11‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BV8216, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑06‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BV8216, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑06‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑06‑2011
- Wetingang
Rv art. 426b
Essentie
Verzoekschriftprocedure. Verschenen belanghebbende. De Raad van de Kinderbescherming verzoekt om voorziening in de voogdij van een in Polen geboren meisje. De hofgriffie schrijft (onder meer) de in Polen woonachtige biologische moeder van het meisje aan en ontvangt een schriftelijke reactie van haar. HR: De biologische moeder moet op een lijn worden gesteld met een verschenen belanghebbende. De HR draagt de griffier op een afschrift van het verzoekschrift in cassatie en van de conclusie A-G aan de biologische moeder toe te zenden met vermelding dat zij binnen twee maanden een door een cassatieadvocaat getekend verweerschrift kan indienen.
Partij(en)
De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.