HR, 12-01-2010, nr. 08/01991
ECLI:NL:HR:2010:BK2133
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12-01-2010
- Zaaknummer
08/01991
- LJN
BK2133
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2010:BK2133, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑01‑2010; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BK2133
- Vindplaatsen
Uitspraak 12‑01‑2010
Inhoudsindicatie
HR verbetert de kwalificatie.
12 januari 2010
Strafkamer
nr. 08/01991
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 7 mei 2008, nummer 22/005958-07, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Haaglanden, locatie Scheveningen" te 's-Gravenhage.
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een bij verstek gewezen vonnis van de Kantonrechter in de Rechtbank te 's-Gravenhage van 4 januari 2007 - de verdachte ter zake van (de Hoge Raad leest:) "als bestuurder van een motorrijtuig daarmede op een weg rijden zonder dat er voor dat motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen is gesloten en in stand gehouden" veroordeeld tot een geldboete van € 500,-, subsidiair tien dagen hechtenis, met ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de tijd van vier maanden.
2. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. T. Scholtus, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, doch alleen ten aanzien van de kwalificatie van het bewezenverklaarde feit, tot verbetering van de bestreden uitspraak in zoverre en tot verwerping van het beroep voor het overige.
3. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, en uitgesproken op 12 januari 2010.