Einde inhoudsopgave
Drinkwaterbesluit
Artikel 44 Volgorde beheersmaatregelen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2011
- Bronpublicatie:
23-05-2011, Stb. 2011, 293 (uitgifte: 21-06-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2011, Stb. 2011, 313 (uitgifte: 27-06-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Drinkwaterwet (18-07-2009, Stb. 370).
- Vakgebied(en)
Waterrecht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Mededingingsrecht / Toezicht en handhaving
1.
De te nemen beheersmaatregelen zijn gebaseerd op thermisch beheer, op fysisch beheer, voor zover dit gecertificeerd is op basis van BRL K14010-1, op fotochemisch beheer, voor zover dit gecertificeerd is op basis van BRL K14010-1 en onverminderd artikel 14 van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden, of op een combinatie van deze beheersvormen.
2.
Voor zover thermisch, fysisch of fotochemisch beheer naar het schriftelijke en gemotiveerde oordeel van het bedrijf, bedoeld in artikel 37, derde lid, en artikel 38, eerste lid, redelijkerwijs niet mogelijk is, kan, onverminderd artikel 14 van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden, worden gekozen voor elektrochemisch beheer, voor zover dit gecertificeerd is op basis van BRL K14010-2.
3.
Voor zover elektrochemisch beheer naar het schriftelijke en gemotiveerde oordeel van het bedrijf, bedoeld in artikel 37, derde lid, en artikel 38, eerste lid, redelijkerwijs niet mogelijk is, kan, onverminderd artikel 14 van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden, worden gekozen voor chemisch beheer.
4.
Bij toepassing van fysisch of fotochemisch beheer is de eigenaar van de collectieve watervoorziening of het collectief leidingnet verantwoordelijk voor het in acht nemen van de voorwaarden en voorschriften, opgenomen in BRL K 14010-1.
5.
Bij toepassing van elektrochemisch beheer is de eigenaar verantwoordelijk voor het in acht nemen van de voorwaarden en voorschriften, opgenomen in BRL K 14010-2.
6.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften worden gesteld met betrekking tot de toepassing van het eerste tot en met vijfde lid.