RN 2010, 51
Ondernemingsrecht. Is een bestuurder van een B.V. persoonlijk aansprakelijk ingeval van betalingsonwil, ook als de schuldeiser pandrecht heeft ter dekking van de openstaande vordering?
HR 26-03-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK9654 (Zandvliet/ING)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 maart 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
08/02079
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
BK9654
- Roepnaam
Zandvliet/ING
- JCDI
JCDI:ADS874381:1
- Vakgebied(en)
Financiële planning / Financiering
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK9654, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑03‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK9654, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑01‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑05‑2008
- Wetingang
BW art. 6:162
Essentie
Ondernemingsrecht.
Is een bestuurder van een B.V. persoonlijk aansprakelijk ingeval van betalingsonwil, ook als de schuldeiser pandrecht heeft ter dekking van de openstaande vordering?
Samenvatting
Standard en Stichting Wereld Natuurfonds (WNF) hebben een samenwerkingsovereenkomst gesloten om donateurs te werven voor WNF. Standard had recht op een vergoeding van WNF voor haar werkzaamheden. ING financiert deze actie. Tot zekerheid van de terugbetaling aan ING, verpandt Standard de daarop betrekking hebbende vordering van Standard op WNF aan ING. Na afloop van de actie ontstaat een geschil tussen WNF en Standard over de verschuldigde vergoeding. Het geschil wordt geschikt. Standard ontvangt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.