RI 2020/54
Staat het de curator vrij om vereffening voort te zetten in het belang van andere, niet geverifieerde schuldeisers en/of aandeelhouders?
HR 24-04-2020, ECLI:NL:HR:2020:801
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 april 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/02475
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS204267:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:801, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1373, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑07‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑05‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑05‑2019
- Wetingang
Art. 193 Fw
Essentie
Beëindiging faillissement.
Indien de boedel toereikend is om de geverifieerde schuldeisers en de boedelkosten te voldoen, staat het dan de curator vrij om de vereffening voort te zetten in het belang van andere, niet geverifieerde schuldeisers en/of aandeelhouders?
Samenvatting
Twee bestuurders van de failliete vennootschap A verzoeken de rechter-commissaris op de voet van art. 69 Fw de curator te bevelen over te gaan tot beëindiging van het faillissement van A. De boedel omvat immers voldoende baten om de geverifieerde schuldeisers en de boedelkosten te voldoen en het verder uitwinnen van debiteuren genereert slechts boedelkosten. De rechter-commissaris ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.