Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2006/112/EG van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
Artikel 288 bis
Geldend
Geldend vanaf 22-03-2020
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2025.
- Bronpublicatie:
18-02-2020, PbEU 2020, L 62 (uitgifte: 02-03-2020, regelingnummer: 2020/285)
- Inwerkingtreding
22-03-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-02-2020, PbEU 2020, L 62 (uitgifte: 02-03-2020, regelingnummer: 2020/285)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Europees belastingrecht (V)
1.
Een belastingplichtige, die al dan niet is gevestigd in de lidstaat die de in artikel 284, lid 1, bepaalde vrijstelling verleent, mag gedurende een periode van één kalenderjaar geen gebruik kunnen maken van de vrijstelling indien de overeenkomstig dat lid vastgestelde drempel in het voorafgaande kalenderjaar werd overschreden. De lidstaat die de vrijstelling verleent, kan deze periode verlengen tot twee kalenderjaren.
Indien tijdens een kalenderjaar de in artikel 284, lid 1, bedoelde drempel wordt overschreden met:
- a)
ten hoogste 10 %, moet een belastingplichtige gedurende dat kalenderjaar kunnen blijven gebruikmaken van de in artikel 284, lid 1, bedoelde vrijstelling;
- b)
meer dan 10 %, is de in artikel 284, lid 1, bedoelde vrijstelling vanaf dat tijdstip niet langer van toepassing.
Niettegenstaande de punten a) en b) van de tweede alinea kunnen de lidstaten een plafond van 25 % instellen of de belastingplichtige toestaan gebruik te blijven maken van de in artikel 284, lid 1, bedoelde vrijstelling, zonder enig plafond, gedurende het kalenderjaar waarin de drempel wordt overschreden. De toepassing van dit plafond of deze optie mag echter niet leiden tot vrijstelling van een belastingplichtige wiens omzet in de lidstaat die de vrijstelling verleent, meer dan 100 000 EUR bedraagt.
In afwijking van de leden 2 en 3 kunnen de lidstaten bepalen dat de in artikel 284, lid 1, bedoelde vrijstelling niet langer van toepassing is zodra de overeenkomstig dat lid vastgestelde drempel wordt overschreden.
2.
Een belastingplichtige die niet is gevestigd in de lidstaat die de in artikel 284, lid 1, bepaalde vrijstelling verleent, mag geen gebruik kunnen maken van de in dat artikel bedoelde vrijstelling indien de jaaromzetdrempel in de Unie als bepaald in artikel 284, lid 2, punt a), in het voorafgaande kalenderjaar werd overschreden.
Indien tijdens een kalenderjaar de in artikel 284, lid 2, punt a), bepaalde jaaromzetdrempel in de Unie wordt overschreden, is de in artikel 284, lid 1, bedoelde vrijstelling die is verleend aan een belastingplichtige die niet is gevestigd in de lidstaat die de vrijstelling verleent, vanaf dat tijdstip niet langer van toepassing.
3.
De tegenwaarde in de nationale munteenheid van het in lid 1 bedoelde bedrag wordt berekend volgens de wisselkoers die op 18 januari 2018 door de Europese Centrale Bank is bekendgemaakt.