JWB 2014/271
Verbintenissenrecht
HR 20-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1494
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 juni 2014
- Zaaknummer
13/04680
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Verbintenissenrecht (V)
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1494, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑06‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:347, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑04‑2014
- Wetingang
Essentie
Verbintenissenrecht
Samenvatting
Casus:
Jomo heeft verweerder c.s. gedagvaard voor de rechtbank. Zij heeft hoofdelijke veroordeling van verweerder c.s. gevorderd tot betaling van een hoofdsom met nevenvorderingen. Aan deze vordering heeft Jomo ten grondslag gelegd dat tussen verweerder c.s. en Jomo, na de verkoop van een appartement in 2005 door verweerder c.s. aan Jomo, op 21 augustus 2006 is overeengekomen dat Jomo bij zou gaan dragen in de juridische kosten van de procedure in België en recht zou hebben op de helft van het eventueel toe te wijzen bedrag aan schadevergoeding. Jomo stelt dat verweerder deze afspraak heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.