Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2023/1114 betreffende cryptoactivamarkten en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 1095/2010 en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/1937
Artikel 133 Openbaarmaking, aard, tenuitvoerlegging en toewijzing van geldboeten en dwangsommen
Geldend
Geldend vanaf 29-06-2023
- Bronpublicatie:
31-05-2023, PbEU 2023, L 150 (uitgifte: 09-06-2023, regelingnummer: 2023/1114)
- Inwerkingtreding
29-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2023, PbEU 2023, L 150 (uitgifte: 09-06-2023, regelingnummer: 2023/1114)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Informatierecht / ICT
1.
De EBA maakt alle overeenkomstig de artikelen 131 en 132 opgelegde geldboeten en dwangsommen openbaar, tenzij die openbaarmaking de financiële stabiliteit ernstig in gevaar zou brengen of de betrokkenen onevenredige schade zou toebrengen. Een dergelijke openbaarmaking mag geen persoonsgegevens bevatten.
2.
Overeenkomstig de artikelen 131 en 132 opgelegde geldboeten en dwangsommen hebben een administratief karakter.
3.
Overeenkomstig de artikelen 131 en 132 opgelegde geldboeten en dwangsommen zijn afdwingbaar overeenkomstig de civielprocesrechtelijke bepalingen die van kracht zijn in de staat op het grondgebied waarvan de boete of de dwangsom wordt afgedwongen.
4.
De bedragen van de geldboeten en dwangsommen worden aan de algemene begroting van de Unie toegewezen.
5.
Wanneer de EBA, niettegenstaande de artikelen 131 en 132, besluit geen geldboeten of dwangsommen op te leggen, stelt zij het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat hiervan in kennis en geeft zij de redenen voor haar besluit.