AB 2020/306
Niet voldaan aan substantiëringsplicht. 23+ verhuisdozen buiten beschouwing gelaten.
Rb. Zeeland-West-Brabant 20-05-2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:2206, m.nt. Noot 1 H.S. ten Cate en R.C. Stam— Noot 2 L.M. Koenraad en J.L. Verbeek
- Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum
20 mei 2020
- Magistraten
Mrs. M.R.T. Pauwels, C.A.F.M. Stassen, M.M. Dondorp-Loopstra
- Zaaknummer
AWB - 17_2583
- Noot
Noot 1 H.S. ten Cate en R.C. Stam— Noot 2 L.M. Koenraad en J.L. Verbeek
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS226643:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBZWB:2020:2206, Uitspraak, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 20‑05‑2020
- Wetingang
Art. 8:32a, 8:42 Awb
Essentie
Omdat de belastinginspecteur niet aan zijn substantiëringsplicht voldoet, laat de rechtbank 23+ verhuisdozen buiten beschouwing.
Samenvatting
De rechtbank is van oordeel dat de inspecteur niet aan zijn zogenoemde substantiëringsplicht als omschreven in artikel 8:32a van de Awb heeft voldaan. De inspecteur heeft onvoldoende duidelijk gemaakt ter toelichting of staving van welke stelling(en) de 23 verhuisdozen (afgezien van de stukken die ook tot de twee ordners behoren) zijn bedoeld. Wat de inspecteur heeft gesteld, is te algemeen. Hoewel niet licht tot toepassing van artikel 8:32a van de Awb moet worden besloten, ziet de rechtbank gelet op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.