RBP 2014/61
Rechtsmacht. Is de Nederlandse rechter bevoegd om kennis te nemen van een verzoek van een in Nederland wonende vader tot wijziging van alimentatie die aan het op Curaçao wonende kind door de rechter op Curaçao is toegekend?
HR 02-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1063
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 mei 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/04255
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- JCDI
JCDI:ADS918576:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Alimentatie
Staatsrecht (V)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1063, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑05‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:183, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 07‑03‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑09‑2013
- Wetingang
Art. 8 Alimentatieverordening (Vo. (EG) No. 4/2009); art. 40 Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden
Essentie
Rechtsmacht. Interregionaal privaatrecht. Verzoek tot wijziging van alimentatie. Overeenkomstige toepassing van een verdrag of verordening.
Is de Nederlandse rechter bevoegd om kennis te nemen van een verzoek van een in Nederland wonende vader tot wijziging van alimentatie die aan het op Curaçao wonende kind door de rechter op Curaçao is toegekend?
Samenvatting
Uit een relatie tussen de vrouw en een man is een kind geboren. De vrouw, het kind en de man bezitten de Nederlandse nationaliteit. De vrouw en het kind wonen op Curaçao, de man in Nederland. Het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.