NJB 2011, 1358
HR, 21-06-2011, nr. 10/02508
HR 21-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ4293
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 juni 2011
- Magistraten
Mrs. Koster, Van Schendel, Groos
- Zaaknummer
10/02508
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BQ4293
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ4293, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ4293, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑04‑2011
- Wetingang
Essentie
Voor het bewijs wordt door het hof gebruikt een verklaring van de verdachte over de herkomst van het aangetroffen geldbedrag, die in de nadere bewijsoverweging niet aannemelijk wordt geoordeeld
Uitspraak
Het hof heeft de verdachte in hoger beroep veroordeeld wegens schuldwitwassen tot een werkstraf van 120 uren en verbeurdverklaring van een geldbedrag van € 14 000.
Ten laste van de verdachte werd in hoger beroep bewezenverklaard dat: hij op 25 januari 2006 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, een voorwerp, te weten een geldbedrag van € 14 000, voorhanden heeft gehad, terwijl hij redelijkerwijs moest vermoeden dat bovenomschreven voorwerp – onmiddellijk of middellijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.