Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/607
Schadevergoeding. Art. 6:96 BW; interne kosten.
HR 17-06-2022, ECLI:NL:HR:2022:874
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 juni 2022
- Magistraten
Mrs. C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
20/04434
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:874, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑06‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1243, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑12‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑12‑2020
- Wetingang
Art. 6:96 BW
Essentie
Schadevergoeding. Art. 6:96 BW; interne kosten.
Samenvatting
Als vermogensschade komen mede voor vergoeding in aanmerking redelijke kosten ter voorkoming of beperking van schade, redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid, en redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte (art. 6:96 lid 2 BW). Ook interne kosten kunnen, voor zover zij redelijk zijn, voor vergoeding in aanmerking komen. Dat de kosten zien op reguliere werktijd van de medewerkers van de benadeelde maakt dit niet anders.
Partij(en)
Gemeente Veendam, te Veendam, eiseres tot cassatie, hierna: de Gemeente, adv.: mr. J.H.M. van Swaaij,
tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.