RN 2020/94
Erfbelasting. Is de onbeperkte navorderingstermijn van art. 66, lid 3, Successiewet 1956 onverbindend?
Hof 's-Hertogenbosch 02-07-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1996
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
2 juli 2020
- Magistraten
Mrs. B.F.A. van Huijgevoort, A.J. Kromhout, R.C.H.M. Lips
- Zaaknummer
18/00614
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS233548:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2020:1996, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 02‑07‑2020
- Wetingang
Art. 66 lid 3 SW 1956
Essentie
Erfbelasting. Navordering.
Is de onbeperkte navorderingstermijn van art. 66, lid 3, Successiewet 1956 onverbindend?
Samenvatting
Belanghebbende was de partner van erflater. Belanghebbende en erflater bezaten samen in het buitenland aangehouden vermogensbestanddelen. Erflater is overleden in 2001. Belanghebbende is tot enig erfgenaam van erflater benoemd. In de aangifte recht van successie is geen melding gemaakt van in het buitenland aangehouden vermogensbestanddelen. Belanghebbende heeft in 2014 de inspecteur geïnformeerd over in het buitenland aangehouden vermogen (vrijwillige verbetering). Naar aanleiding van de vrijwillige verbetering hebben belanghebbende en de inspecteur gecorrespondeerd over de gevolgen hiervan voor de inkomstenbelasting en het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.