AB 2016/296
Staatsaansprakelijkheid wegens schending EU-recht door hoogste nationale rechter. Toepassing Köbler-criteria. Ambtshalve toetsing EU-recht.
HvJ EU 28-07-2016, ECLI:EU:C:2016:602, m.nt. R. Ortlep (Tomášová,Pohotovost)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
28 juli 2016
- Magistraten
R. Silva de Lapuerta, J.-C. Bonichot, C. G. Fernlund, S. Rodin, E. Regan
- Zaaknummer
C-168/15
- Conclusie
A-G mr. N. Wahl
- Noot
R. Ortlep
- Roepnaam
Tomášová
Pohotovost
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924245:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
EU-recht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Overheid en privaatrecht
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2016:602, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 28‑07‑2016
ECLI:EU:C:2016:260, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 14‑04‑2016
- Wetingang
Essentie
Staatsaansprakelijkheid wegens schending EU-recht door hoogste nationale rechter. Toepassing Köbler-criteria. Ambtshalve toetsing EU-recht.
Samenvatting
Een lidstaat kan slechts aansprakelijk worden gesteld voor schade die particulieren lijden ten gevolge van het feit dat een beslissing van een nationale rechterlijke instantie het Unierecht schendt, wanneer die beslissing is gewezen door een rechterlijke instantie van die lidstaat die uitspraak doet in laatste aanleg. Het staat aan de verwijzende rechter na te gaan of dat in het hoofdgeding het geval is. Zo ja, dan kan een beslissing van die in laatste aanleg rechtsprekende nationale rechterlijke instantie slechts een voldoende gekwalificeerde schending van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.