RFR 2010/111
Kinderalimentatie. Draagkracht. Zijn bij het bepalen van de draagkracht van de alimentatieplichtige alleen de middelen waarover hij beschikt van belang, of ook middelen waarover hij redelijkerwijs had kunnen beschikken?
HR 09-07-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM5703
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 juli 2010
- Magistraten
Mrs. A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
09/03414
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BM5703
- JCDI
JCDI:ADS874841:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM5703, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑07‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM5703, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑05‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑08‑2009
- Wetingang
BW art. 1:397, 404
Essentie
Kinderalimentatie. Draagkracht.
Zijn bij het bepalen van de draagkracht van de alimentatieplichtige alleen de middelen waarover hij beschikt van belang, of ook middelen waarover hij redelijkerwijs had kunnen beschikken?
Samenvatting
Partijen zijn gehuwd geweest. Uit dat huwelijk zijn drie kinderen geboren, waarvoor de man aan de vrouw maandelijks een overeengekomen bijdrage van € 100 per kind betaalt. De man heeft uit de verkoop van de voormalige echtelijke woning een bedrag ontvangen van € 215.312. Twee jaar na de echtscheiding heeft de man een woning gekocht voor € 385.000, die hij heeft verbouwd voor € 129.000. Tevens heeft de man een weiland ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.