RF 2024/18
Welke kennis moet de benadeelde hebben om de verjaringstermijn te laten starten?
HR 12-01-2024, ECLI:NL:HR:2024:19
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 januari 2024
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons
- Zaaknummer
22/00978
- Conclusie
A-G mr. S.D. Lindenbergh
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS949994:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:19, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑01‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:451, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 21‑04‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑03‑2022
- Wetingang
Art. 3:310, 6:248 BW
Essentie
Renteswaps. Verjaring.
Welke kennis moet de benadeelde hebben om de verjaringstermijn te laten starten? Is het beroep van de bank op de settlement clause onaanvaardbaar?
Samenvatting
Eiseressen, kredietnemers, zijn in 2006 en 2007 Euriborleningen gecombineerd met renteswaps bij de bank aangegaan. Nadien is een nieuwe kredietovereenkomst aangegaan die later is gewijzigd. In 2013 berichtte de bank dat zij wegens strategische heroriëntatie geen nieuwe overeenkomsten zou aangaan, maar lopende overeenkomsten vooralsnog zou voortzetten. In 2014 heeft de bank wegens continuïteitsrisico’s aangedrongen op verkoop van activa. Deze opbrengst is conform een daartoe strekkende overeenkomst, ook uit 2014, aangewend ter gedeeltelijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.