Einde inhoudsopgave
Internationaal Verdrag betreffende de instelling van een Internationaal Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, 1992
Artikel 36 bis
Geldend
Geldend vanaf 30-05-1996
- Redactionele toelichting
Deze versie is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens het protocol van 27-11-1992, Trb. 1994, 228.
- Bronpublicatie:
27-11-1992, Trb. 1994, 228 (uitgifte: 04-11-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-05-1996
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-07-1996, Trb. 1996, 197 (uitgifte: 22-07-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
Omgevingsrecht / Milieu
De volgende overgangsbepalingen zijn van toepassing gedurende de periode, hierna te noemen de overgangsperiode, aanvangend op de datum van inwerkingtreding van dit Verdrag en eindigend op de datum waarop de opzeggingen krachtens artikel 31 van het Protocol van 1992 tot wijziging van het Fondsverdrag, 1971, van kracht worden:
- a.
Bij toepassing van het eerste lid, onder a van artikel 2 van dit Verdrag, omvat de verwijzing naar het Aansprakelijkheidsverdrag, 1992, de verwijzing naar het Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door olie, 1969, hetzij in de oorspronkelijk[lees: oorspronkelijke] redactie, hetzij zoals gewijzigd bij het Protocol van 1976 daarbij (in dit artikel te noemen ‘het Aansprakelijkheidsverdrag, 1969’), alsmede het Fondsverdrag, 1971.
- b.
Wanneer een voorval schade door verontreiniging heeft veroorzaakt binnen het toepassingsgebied van dit Verdrag, betaalt het Fonds slechts vergoeding aan iedere persoon die schade door verontreiniging lijdt, indien en voor zover deze persoon geen volledige en toereikende vergoeding voor de schade heeft kunnen verkrijgen ingevolge de bepalingen van het Aansprakelijkheidsverdrag, 1969, het Fondsverdrag, 1971, en het Aansprakelijkheidsverdrag, 1992, met dien verstande dat het Fonds, met betrekking tot schade door verontreiniging binnen het toepassingsgebied van dit Verdrag, ten aanzien van een Partij bij dit Verdrag die geen Partij is bij het Fondsverdrag, 1971, slechts vergoeding betaalt aan iedere persoon die schade door verontreiniging lijdt, indien en voor zover die persoon geen volledige en toereikende vergoeding zou hebben kunnen verkrijgen indien die Staat Partij zou zijn geweest bij elk van de bovengenoemde Verdragen.
- c.
Bij de toepassing van artikel 4 van dit Verdrag dient het bedrag dat in aanmerking dient te worden genomen bij de vaststelling van het totale door het Fonds te betalen bedrag aan vergoeding tevens het bedrag te omvatten van de eventuele daadwerkelijk ingevolge het Aansprakelijkheidsverdrag, 1969, betaalde vergoeding, alsmede het bedrag van de daadwerkelijk ingevolge het Fondsverdrag, 1971, betaalde vergoeding of de vergoeding die ingevolge dat Verdrag geacht wordt te zijn betaald.
- d.
Het eerste lid van artikel 9 van dit Verdrag is tevens van toepassing op de rechten genoten ingevolge het Aansprakelijkheidsverdrag, 1969.