Einde inhoudsopgave
Internationaal Verdrag betreffende de instelling van een Internationaal Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, 1992
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2003
- Redactionele toelichting
De versie van 27-11-1992 (iwtr. 30-05-1996) is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens het protocol van 27-11-1992, Trb. 1994, 228.
- Bronpublicatie:
18-10-2000, Trb. 2005, 321 (uitgifte: 09-12-2005, regelingnummer: LEG.2(82))
- Inwerkingtreding
01-11-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-10-2000, Trb. 2005, 321 (uitgifte: 09-12-2005, regelingnummer: LEG.2(82))
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
Omgevingsrecht / Milieu
1.
Ter vervulling van zijn in artikel 2, eerste lid, onder a, genoemde taak, betaalt het Fonds schadevergoeding aan iedere persoon die schade door verontreiniging heeft geleden en niet in staat is geweest een volledige en passende vergoeding van die schade te verkrijgen op grond van de bepalingen van het Aansprakelijkheidsverdrag, 1992:
- a.
omdat uit het Aansprakelijkheidsverdrag, 1992 geen aansprakelijkheid voor de schade voortvloeit;
- b.
omdat de eigenaar die op grond van het Aansprakelijkheidsverdrag, 1992 aansprakelijk is, financieel niet in staat is volledig aan zijn verplichtingen te voldoen en de financiële zekerheid, die beschikbaar mocht zijn op grond van artikel VII van het Verdrag, geen dekking geeft of niet toereikend is tot voldoening van de vorderingen tot schadevergoeding; een eigenaar wordt geacht financieel niet in staat te zijn aan zijn verplichtingen te voldoen en een financiële zekerheid wordt ontoereikend geacht, indien de persoon die de schade heeft geleden geen volledige voldoening heeft kunnen verkrijgen van het bedrag dat hem vergoed dient te worden op grond van het Aansprakelijkheidsverdrag, 1992, na redelijkerwijs alles te hebben gedaan om met de hem ten dienste staande rechtsmiddelen zijn aanspraken geldend te maken;
- c.
omdat de schade het bedrag overtreft waartoe de aansprakelijkheid van de eigenaar beperkt is ingevolge artikel V, eerste lid, van het Aansprakelijkheidsverdrag, 1992 of bepalingen van enig ander internationaal verdrag dat van kracht is of voor ondertekening, bekrachtiging of toetreding openstaat op de datum van dit Verdrag.
Voor de toepassing van dit artikel worden door de eigenaar vrijwillig en binnen de grenzen der redelijkheid gedane uitgaven en opofferingen ter voorkoming of ter beperking van schade door verontreiniging beschouwd als schade door verontreiniging.
2.
Het Fonds is van elke verplichting ingevolge het voorgaande lid ontheven, indien:
- a.
het bewijst dat de schade door verontreiniging het gevolg is van een oorlogshandeling, vijandelijkheden, burgeroorlog of opstand of werd veroorzaakt door het ontsnappen of doen wegvloeien van olie uit een oorlogsschip of een ander schip dat toebehoort aan of geëxploiteerd wordt door een Staat en dat ten tijde van het voorval uitsluitend werd gebruikt in overheidsdienst voor andere dan handelsdoeleinden; of
- b.
de schuldeiser niet kan bewijzen dat de schade is veroorzaakt door een voorval waarbij een of meer schepen waren betrokken.
3.
Indien het Fonds bewijst dat de schade door verontreiniging geheel of gedeeltelijk het gevolg is van een handelen of nalaten van de persoon die de schade heeft geleden met het opzet schade te veroorzaken of door de schuld van die persoon, kan het Fonds geheel of gedeeltelijk worden ontheven van zijn verplichting aan deze persoon schadevergoeding te betalen. Het Fonds is in elk geval van zijn verplichting ontheven voor zover de eigenaar ontheven zou zijn van zijn aansprakelijkheid ingevolge artikel III, derde lid, van het Aansprakelijkheidsverdrag, 1992. Deze ontheffing van het Fonds geldt echter niet voor preventieve maatregelen.
4
a)
Behoudens het in dit lid onder b en c bepaalde, is het totale bedrag dat door het Fonds als vergoeding ingevolge dit artikel per voorval moet worden uitgekeerd in dier voege beperkt, dat de som van dit bedrag en het bedrag dat werkelijk als vergoeding ingevolge het Aansprakelijkheidsverdrag, 1992, voor schade door verontreiniging binnen het toepassingsgebied van dit Verdrag zoals omschreven in artikel 3 wordt uitbetaald, niet meer bedraagt dan 203.000.000 rekeneenheden.
b)
Behoudens het in dit lid onder c bepaalde, bedraagt het totale door het Fonds ingevolge dit artikel uit te keren bedrag voor vergoeding van schade door verontreiniging ten gevolge van een natuurverschijnsel van een uitzonderlijke, onvermijdelijke en onweerstaanbare aard, niet meer dan 203.000.000 rekeneenheden.
c)
Het maximumbedrag aan vergoeding bedoeld onder a en b is 300.740.000 rekeneenheden per voorval dat zich voordoet gedurende elk tijdvak waarin er drie Partijen bij dit Verdrag zijn ten aanzien waarvan de gecombineerde in aanmerking komende hoeveelheid bijdragende olie ontvangen door personen binnen het grondgebied van deze Partijen, gedurende het voorafgaande kalenderjaar, gelijk was aan of meer bedroeg dan 600 miljoen ton.
d)
De eventuele rente opgekomen aan een fonds gevormd overeenkomstig artikel V, derde lid, van het Aansprakelijkheidsverdrag, 1992, dient buiten beschouwing te worden gelaten bij de berekening van de maximumvergoeding die ingevolge dit artikel door het Fonds dient te worden betaald.
e)
De in dit artikel genoemde bedragen worden omgerekend in een nationale munteenheid volgens de waarde van die munteenheid ten opzichte van het bijzondere trekkingsrecht op de datum van het besluit van de Algemene Vergadering van het Fonds aangaande de eerste datum van betaling van vergoeding.
5.
Wanneer het bedrag van erkende vorderingen op het Fonds het totale bedrag dat ingevolge het vierde lid aan vergoeding betaald moet worden te boven gaat, wordt het bedrag dat beschikbaar is op grond van dit Verdrag pondspondsgewijze onder alle schuldeisers verdeeld, op basis van de vastgestelde vorderingen.
6.
De Algemene Vergadering van het Fonds kan besluiten dat in uitzonderlijke gevallen vergoeding overeenkomstig dit Verdrag kan worden betaald, zelfs indien de eigenaar van het schip geen fonds heeft gevormd overeenkomstig artikel V, derde lid, van het Aansprakelijkheidsverdrag, 1992. In dat geval is het vierde lid, onder e, van dit artikel van overeenkomstige toepassing.
7.
Het Fonds biedt op een daaroe strekkend verzoek van een Verdragsluitende Staat zijn goede diensten aan om, voor zover nodig, deze Staat hulp te bieden bij het op korte termijn verkrijgen van personeel, materiaal en diensten die die Staat behoeft tot het nemen van maatregelen ter voorkoming of vermindering van schade door verontreiniging ten gevolge van een voorval, met betrekking waartoe op grond van dit Verdrag een beroep kan worden gedaan op het Fonds tot betaling van schadevergoeding.
8.
Het Fonds kan, op in het huishoudelijk reglement nader te bepalen voorwaarden, kredietfaciliteiten verschaffen voor het nemen van maatregelen ter voorkoming van schade door verontreiniging ten gevolge van een voorval, met betrekking waartoe op grond van dit Verdrag een beroep kan worden gedaan op het Fonds tot betaling van schadevergoeding.