Wijzigingswet Wegenverkeerswet 1994, enz. (implementatie derde rijbewijsrichtlijn)
Artikel IV
Geldend
Geldend vanaf 19-01-2013
- Bronpublicatie:
26-01-2012, Stb. 2012, 39 (uitgifte: 10-02-2012, kamerstukken: 32830)
- Inwerkingtreding
19-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-04-2012, Stb. 2012, 161 (uitgifte: 18-04-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Rijbevoegdheid
1.
Artikel 111, eerste lid, onderdeel a, van de Wegenverkeerswet 1994 zoals dat luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel G, blijft van toepassing ten aanzien van aanvragers van rijbewijzen:
- a.
aan wie voor het in de aanhef bedoelde tijdstip overeenkomstig het tot dat tijdstip bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 gestelde een rijbewijs is uitgereikt voor een of meer rijbewijscategorieën waarop de aanvraag betrekking heeft, mits dat rijbewijs hetzij nog geldig is, hetzij zijn geldigheid heeft verloren als gevolg van het verstrijken van de geldigheidsduur, hetzij zijn geldigheid heeft verloren op grond van artikel 123, eerste lid, onderdeel g of h, van de Wegenverkeerswet 1994, hetzij ongeldig is verklaard op grond van artikel 124, eerste lid, onderdeel e, van de Wegenverkeerswet 1994.
- b.
indien het besluit tot afgifte van het rijbewijs voor de rijbewijscategorie of rijbewijscategorieën waarop de aanvraag betrekking heeft is genomen voor het in de aanhef bedoelde tijdstip;
- c.
indien het besluit tot afgifte van het rijbewijs voor de rijbewijscategorie of rijbewijscategorieën waarop de aanvraag betrekking heeft is genomen op of na het in de aanhef bedoelde tijdstip, doch de daarvoor benodigde verklaring of verklaringen van rijvaardigheid voor dat tijdstip is of zijn geregistreerd in het rijbewijzenregister.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt onder een voor het tijdstip van inwerkingtreding uitgereikt rijbewijs mede verstaan een rijbewijs als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c, mits dat rijbewijs is uitgereikt.
3.
Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt onder rijbewijs mede verstaan een rijbewijs afgegeven door het bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Unie of een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland.