V-N Vandaag 2022/2763:Nieuwe EU-jurisprudentie noopt volgens A-G niet tot herziening van HR-arrest

V-N Vandaag 2022/2763

Nieuwe EU-jurisprudentie noopt volgens A-G niet tot herziening van HR-arrest

Documentgegevens:

HR (A-G) 18-10-2022, ECLI:NL:PHR:2022:964

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Datum: 18 oktober 2022
Zaaknummer: 22/01789
Vakgebied(en): Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Europees belastingrecht / Algemeen
Europees belastingrecht / Europese verdragsvrijheden
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2022:1830, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑12‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑12‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:964, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑10‑2022
Wetingang: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (BWBV0001506, 63)Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (BWBV0001506, 56)Algemene wet inzake rijksbelastingen (BWBR0002320, 16)Successiewet 1956 (BWBR0002226, 66)Algemene wet bestuursrecht (BWBR0005537, 8:119)

Essentie

A-G Wattel is van mening dat de evenredigheidseis en de combinatie van voortvarendheid en verplichte automatische uitwisseling van bank-, verzekerings-, en vastgoedgegevens geen nadere EU-rechtelijke vragen oproept. Het HVJ EU arrest kan als posterieure rechtspraak bovendien niet gelden als 'feiten of omstandigheden' die noodzakelijk zijn voor een herziening.

Samenvatting

Erflater A en zijn partner X beschikken over een verzwegen Zwitserse bankrekening. A overlijdt in 2001 en X is zijn enig erfgenaam. In 2014 informeert X de inspecteur alsnog over het bestaan van de rekening. In geschil is de navorderingsaanslag erfbelasting over 2001. In de vaststellingsovereenkomst ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.