Einde inhoudsopgave
Regeling basisnet
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2024
- Redactionele toelichting
Herplaatst in Staatscourant 11143 van 28-03-2024. Lid 2 is gepubliceerd met twee onderdelen a.
- Bronpublicatie:
25-03-2024, Stcrt. 2024, 10794 (uitgifte: 27-03-2024, regelingnummer: IENW/BSK/549390)
- Inwerkingtreding
01-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-2024, Stcrt. 2024, 10794 (uitgifte: 27-03-2024, regelingnummer: IENW/BSK/549390)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Vervoersrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Rampenbestrijding
Omgevingsrecht / Ruimtelijke ordening
1.
Op een binnenwater als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt het referentiepunt bepaald vanuit de begrenzing van de vaarweg of oever zoals aangegeven in de hierna genoemde bronnen. Daarbij wordt de volgende voorkeursvolgorde gehanteerd:
- a.
de overgang van land naar water volgend uit een projectbesluit of een tracébesluit als bedoeld in artikel 9 van de Tracéwet zoals zij luidde tot 1 januari 2024 en waarop die wet van toepassing is op grond van artikel 4.44, 4.45 of 4.46 van de Invoeringswet Omgevingswet;
- b.
de geometrische begrenzing van een vrijwaringsgebied van een rijksvaarweg, bedoeld in artikel 2.12 van de Omgevingsregeling;
- c.
de geometrische begrenzing van een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij het Rijk, bedoeld in artikel 2.2, derde lid, van de Omgevingsregeling;
- d.
de kaart ‘Fairway’ uit de Elektronische vaarwegkaarten; of
- e.
de kaart ‘Shoreline construction’ uit de Elektronische vaarwegkaarten.
2.
In afwijking van het eerste lid zijn de referentiepunten gelegen op:
- a.
de Westerschelde met haar mondingen op de begrenzingen van de vaargeulen; en
- a.
de geometrische begrenzing van een vrijwaringsgebied van een rijksvaarweg, bedoeld in artikel 2.12 van de Omgevingsregeling;