NJB 2014/817:Witwassen door het voorhanden hebben van een voorwerp dat afkomstig is uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf: Hoge Raad herhaalt de daarvoor geldende rechtsregels (vergelijk HR 17 december 2013, ECLI:NL HR:2013:2001). Deze regels hebben ‘in beginsel’ geen betrekking op een geval waarin is bewezenverklaard het ‘overdragen’ en het ‘gebruik maken’ – een en ander in de betekenis die ingevolge art. 420bis lid 1 sub b Sr aan die begrippen toekomt – van zulke voorwerpen, en evenmin op het daarin voorkomende begrip ‘omzetten’. Dat geldt slechts ‘in beginsel’ omdat niet valt uit te sluiten dat anders moet worden geoordeeld in het bijzondere geval dat zulk ‘overdragen’, ‘gebruik maken’ of ‘omzetten’ van door eigen misdrijf verkregen voorwerpen plaatsvindt onder omstandigheden die niet wezenlijk verschillen van gevallen waarin een verdachte die een bepaald misdrijf heeft begaan en die daarmee de door dat misdrijf verkregen voorwerpen verwerft of voorhanden heeft, zich automatisch ook schuldig zou maken aan het witwassen van die voorwerpen