NJB 2011/1632
HR, 02-09-2011, nr. 10/00710
HR 02-09-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ5098
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 september 2011
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A. Hammerstein, J.C. van Oven, F.B. Bakels en C.E. Drion
- Zaaknummer
10/00710
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BQ5098
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Juridische beroepen / Rechter
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ5098, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑09‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ5098, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑05‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑02‑2010
- Wetingang
EVRM EP art. 1 lid 1; Gw art. 94; Whvarkh art. 24; RO art. 79; Rv art. 424
Essentie
Wet herstructurering varkenshouderij. Vervolg op HR 16 november 2001, LJN AD5493, NJ 2002/469. Zeven varkenshouders hebben schadevergoeding van de Staat gevorderd, omdat zij de bij de Wet herstructurering varkenshouderij in 1998 ingevoerde maatregelen in strijd achten met onder meer art. 1 EP EVRM. Het verwijzingshof heeft van een van de varkenshouders de vordering alsnog toegewezen.
HR: 1. Individuele en buitensporige last. Het hof heeft zijn oordeel dat de varkenshouder onevenredig is getroffen, in belangrijke mate gebaseerd op individuele omstandigheden. Het oordeel geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.