O&A 2015/101
In casu geen recht op vergoeding van gemaakte kosten raadsman na afgewezen ontnemingsvordering
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 september 2015
- Magistraten
mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, E.S.G.N.A.J. van de Griend
- Zaaknummer
15/02946
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2758, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1876, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑07‑2015
- Wetingang
art. 591a Sv
Essentie
In casu geen recht op vergoeding van gemaakte kosten raadsman na afgewezen ontnemingsvordering
Uitspraak
Samenvatting
Betrokkene is door de Rechtbank Rotterdam veroordeeld voor medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met een in art. 2 Opiumwet gegeven verbod. Betrokkene is bij hetzelfde vonnis vrijgesproken van twee andere cocaïnetransporten. De officier van justitie heeft na dit vonnis een vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel ingediend bij de rechtbank. De rechtbank heeft deze vordering toegewezen. In hoger beroep is de vordering ontneming echter afgewezen omdat de veroordeelde geen wederrechtelijk voordeel had genoten, zo oordeelde het gerechtshof. ...