Einde inhoudsopgave
Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Artikel 117 Begripsbepaling
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2021
- Bronpublicatie:
05-02-2020, Stb. 2020, 65 (uitgifte: 19-02-2020, kamerstukken: 35083)
- Inwerkingtreding
01-03-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-02-2021, Stb. 2021, 100 (uitgifte: 26-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Agrarisch recht (V)
1.
In deze afdeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
EG-verordening: verordening van de Raad van de Europese Unie of van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie gezamenlijk, die geheel of gedeeltelijk berust op de artikelen 12, 43, 114, 168, 169, of 192 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie of 37, 95, 152, 153, of 175 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en waarin voorschriften zijn neergelegd betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen of biociden of het op de markt brengen van producten die met gewasbeschermingsmiddelen of biociden behandeld zijn alsmede daarmee samenhangende activiteiten of waarin voorschriften zijn neergelegd betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de hiervoor bedoelde voorschriften te waarborgen;
- b.
EG-richtlijn: richtlijn van de Raad van de Europese Unie of het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie gezamenlijk, die geheel of gedeeltelijk berust op de artikelen 12, 43, 114, 168, 169, of 192 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie of 37, 95, 152, 153, of 175 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en waarin voorschriften zijn neergelegd betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen of biociden of het op de markt brengen van producten die met gewasbeschermingsmiddelen of biociden behandeld zijn alsmede daarmee samenhangende activiteiten.
2.
Voor de toepassing van deze paragraaf en de daarop berustende bepalingen gelden de begripsomschrijvingen zoals die zijn neergelegd in EG-verordeningen. Daar waar deze begripsbepalingen afwijken van de in artikel 1 van deze wet opgenomen begripsbepalingen, gelden de begripsbepalingen zoals die zijn neergelegd in de EG-verordening.