HR, 05-01-2016, nr. 15/02250
ECLI:NL:HR:2016:4
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
05-01-2016
- Zaaknummer
15/02250
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2016:4, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑01‑2016; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2465, Gevolgd
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2016-0044
Uitspraak 05‑01‑2016
Inhoudsindicatie
Economische zaak. Op de gronden die zijn vermeld in ECLI:NL:HR:2016:1, is het middel terecht voorgesteld.
Partij(en)
5 januari 2016
Strafkamer
nr. S 15/02250 E
ABO/ES
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, Economische Kamer, van 16 april 2015, nummer 21/004997-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte 3] , gevestigd te [plaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof. Deze heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De raadsman van de verdachte, mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, heeft het beroep tegengesproken.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot zodanige op art. 440 Sv gebaseerde beslissingen als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.
De raadsman van de verdachte heeft daarop schriftelijk gereageerd.
2. Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel klaagt dat het Hof de Officier van Justitie ten onrechte, althans onvoldoende gemotiveerd niet-ontvankelijk heeft verklaard in het ingestelde hoger beroep.
2.2.
Op de gronden die zijn vermeld in het heden uitgesproken arrest in de zaak 15/02248 E, ECLI:NL:HR:2016:1, is het middel terecht voorgesteld.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, Economische Kamer, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 januari 2016.