Einde inhoudsopgave
Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021
Artikel 5.3.161
Geldend
Geldend van 23-07-2022 tot 17-10-2027
- Bronpublicatie:
11-07-2022, Stcrt. 2022, 18453 (uitgifte: 22-07-2022, regelingnummer: WJZ/ 22162633)
- Inwerkingtreding
23-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-07-2022, Stcrt. 2022, 18453 (uitgifte: 22-07-2022, regelingnummer: WJZ/ 22162633)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
1.
Uitgaven van de producentenorganisatie, inclusief personeelskosten, ten behoeve van marketing en verkoopbevordering van merken en handelsnamen van de producentenorganisatie, dochterondernemingen zijn subsidiabel indien het gaat om uitgaven voor:
- a.
promotie van merken of handelsnamen op consumentenbeurzen;
- b.
promotie van merken of handelsnamen op publieksevenementen;
- c.
promotie van merken of handelsnamen in het kader van duurzaam telen;
- d.
promotie van merken of handelsnamen gericht op doelgroepen;
- e.
sectorpromotie en PR-campagnes;
- f.
het opzetten of verbeteren van websites en sociale media, indien het gaat om:
- 1°
het registreren van een domeinnaam;
- 2°
het bouwen van een website;
- 3°
het uitbreiden van een bestaande website met aantoonbaar nieuwe elementen; en
- 4°
het laten verzorgen van content door een professionele externe organisatie.
- g.
het opstellen en uitvoeren van plannen voor accountmanagement of categorymanagement; of
- h.
het laten uitvoeren van onderzoek op het gebied van afzetbeleid, voor zover niet gericht op de interne organisatie van de producentenorganisatie.
2.
Niet subsidiabel zijn uitgaven voor:
- a.
de aankoop van een merk;
- b.
activiteiten ten behoeve van een merk waarvan de licentie gehuurd of geleased is;
- c.
activiteiten op het gebied van verkoop van producten;
- d.
uitgaven voor gezamenlijke verkoopbevordering, waarvan de kosten mede worden gedragen door een afnemer;
- e.
de kosten van producten in het geval van het gratis verstrekken van product;
- f.
abonnementen bij providers, hosting van serverruimte, communicatie met het web, het updaten van bestaande websites, personeelskosten ten behoeve van berichtgeving in het kader van social media;
- g.
uitgaven voor sponsoring; en
- h.
PR-activiteiten richting potentiële leden van een producentenorganisatie.