Hof 's-Gravenhage, 09-06-2010, nr. 200.048.613/01
ECLI:NL:GHSGR:2010:BP2188, Cassatie: (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
09-06-2010
- Magistraten
Mrs. Van Dijk, Van de Poll, Ydema
- Zaaknummer
200.048.613/01
- LJN
BP2188
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHSGR:2010:BP2188, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 09‑06‑2010; (Hoger beroep)
Conclusie in cassatie: ECLI:NL:PHR:2011:BT2416
Cassatie: ECLI:NL:HR:2011:BT2416, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen
Uitspraak 09‑06‑2010
Inhoudsindicatie
Appel via fax van de rechtbank; een dag later bij het hof: hoger beroep niet-ontvankelijk.
Mrs. Van Dijk, Van de Poll, Ydema
Partij(en)
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de man,
advocaat mr. C. Hartmann te 's‑Gravenhage,
tegen
[verweerster],
wonende te [woonplaats],
verweerster in hoger beroep,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat mr. M.F.L. Beckand te Zoetermeer.
Procesverloop in hoger beroep
De man is in hoger beroep gekomen van een beschikking van 12 augustus 2009 van de rechtbank 's‑Gravenhage, welk beroepschrift per fax is ingekomen bij de griffie van de rechtbank 's‑Gravenhage, sector familie- en jeugdrecht, op 12 november 2009 en bij de griffie van het hof op 13 november 2009.
De vrouw heeft op 25 januari 2010 een verweerschrift ingediend.
Op 16 april 2010 is de zaak mondeling behandeld, uitsluitend voor wat betreft het hoger beroep tegen de echtscheiding. Verschenen zijn: de man, bijgestaan door zijn advocaat, en de vrouw, bijgestaan door haar advocaat. Partijen hebben het woord gevoerd, de advocaat van de man onder meer aan de hand van de bij de stukken gevoegde pleitnotitie.
Het procesverloop in eerste aanleg en vaststaande feiten
Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking.
Bij die beschikking is, onder meer, tussen partijen de echtscheiding uitgesproken.
Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover daar in hoger beroep geen grief tegen is gericht.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
1.
De vrouw stelt primair dat de man niet-ontvankelijk is in zijn beroep, daar het beroepschrift een dag te laat is ingediend.
2.
De man bestrijdt de stelling van de vrouw gemotiveerd.
3.
Het hof overweegt als volgt. Gebleken is dat het beroepschrift, dat is geadresseerd aan het hof, op 12 november 2009 door de advocaat van de man vooruit per fax is gezonden, waarbij gebruik is gemaakt van het faxnummer van de rechtbank 's‑Gravenhage in plaats van het faxnummer van dit hof. Dientengevolge is het beroepschrift één dag na het verstrijken van de appeltermijn ingekomen bij het hof. De fax naar de griffie van de rechtbank is, blijkens het faxbericht, om 16:39 uur verzonden, derhalve na sluitingstijd van de griffie, zodat het beroepschrift niet meer dezelfde dag kon worden doorgeleid naar de griffie van het hof. De griffie van de rechtbank heeft het beroepschrift op de eerst mogelijke datum, te weten 13 november 2009, doorgezonden naar de griffie van het hof. Het hof is van oordeel dat het gebruik maken van een verkeerd faxnummer voor risico van de verzender dient te komen. Gesteld noch gebleken is dat de man hiervan geen verwijt valt te maken. Er is geen sprake van bijzondere omstandigheden die in dit geval tot het oordeel zouden moeten leiden dat het hoger beroep geacht moet worden tijdig te zijn ingesteld. Naar het oordeel van het hof dient de man derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn hoger beroep.
4.
Het hof beslist mitsdien als volgt.
Beslissing op het hoger beroep
Het hof:
verklaart de man niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Van Dijk, Van de Poll en Ydema, bijgestaan door mr. Rasmijn als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 juni 2010.