NJB 2015/925
Prejudiciële vraag. Effectenlease. Wettelijke rente. Ingangsdatum. HR: De wettelijke rente over de door de aanbieder van effectenleaseovereenkomsten aan de afnemer te vergoeden inleg, bestaande uit termijnbetalingen en eventuele aflossingen (minus dividenduitkeringen) die de afnemer vóór de beëindiging van de effectenleaseovereenkomsten heeft betaald, is telkens verschuldigd vanaf het moment waarop een desbetreffend gedeelte van de inleg daadwerkelijk is voldaan
HR 01-05-2015, ECLI:NL:HR:2015:1198
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 mei 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/04594
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1198, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑05‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:149, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑02‑2015
- Wetingang
(BW art. 6:83 onder b, 6:100, 6:101, 6:119 lid 1; Rv art. 392)
Essentie
Prejudiciële vraag. Effectenlease. Wettelijke rente. Ingangsdatum. HR: De wettelijke rente over de door de aanbieder van effectenleaseovereenkomsten aan de afnemer te vergoeden inleg, bestaande uit termijnbetalingen en eventuele aflossingen (minus dividenduitkeringen) die de afnemer vóór de beëindiging van de effectenleaseovereenkomsten heeft betaald, is telkens verschuldigd vanaf het moment waarop een desbetreffend gedeelte van de inleg daadwerkelijk is voldaan
Partij(en)
Dexia, adv. mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk, vs. A, adv. mr. E.H. van Staden ten Brink.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Op 30 maart 1998 heeft A twee effectenlease-overeenkomsten gesloten met Dexia. Op 14 juli 2005 zijn de overeenkomsten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.