NJ 2017/386
Voeging benadeelde partij in strafgeding; staat rechtsmiddel van art. 421 lid 4 Sv (zelfstandig hoger beroep benadeelde partij tegen afwijzende beslissing strafrechter) open indien strafrechter de benadeelde partij niet-ontvankelijk heeft verklaard in haar vordering?
HR 19-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1688, m.nt. P.A.M. Mevis (TRMI/Attero)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 juni 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/02060
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Noot
P.A.M. Mevis
- Roepnaam
TRMI/Attero
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154308:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1688, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:316, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑03‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑04‑2014
- Wetingang
Essentie
Voeging benadeelde partij in strafgeding; staat rechtsmiddel van art. 421 lid 4 Sv (zelfstandig hoger beroep benadeelde partij tegen afwijzende beslissing strafrechter) open indien strafrechter de benadeelde partij niet-ontvankelijk heeft verklaard in haar vordering?
In art. 421 lid 4 Sv is voor het geval waarin de strafrechter in eerste aanleg een inhoudelijk afwijzend oordeel heeft gegeven over de vordering van de benadeelde partij en verdachte noch het openbaar ministerie hoger beroep heeft ingesteld tegen het strafvonnis, bepaald dat de benadeelde partij tegen het deel van het vonnis waarbij haar vordering is afgewezen in hoger ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.