NJ 2017/306
Opzettelijke overtreding zorgplicht art. 13 WBB door rechtspersoon.
HR 14-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:240, m.nt. H.D. Wolswijk
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 februari 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, M.J. Borgers
- Zaaknummer
16/02502
- Conclusie
A-G mr. A.J. Machielse
- Noot
H.D. Wolswijk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110866:1
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Bodem
Bijzonder strafrecht / Milieustrafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:240, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1483, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑12‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑07‑2016
- Wetingang
Essentie
Opzettelijk verontreinigde grond aanbrengen op de bodem en niet alle maatregelen nemen om verontreiniging van de bodem te voorkomen, dan wel de gevolgen daarvan te beperken door een rechtspersoon.
1. De projectleider van verdachte was ervan op de hoogte dat de tijdens het ontgraven van de bouwput verwijderde en in depot geplaatste hoeveelheid grond was vervuild met PCB’s en diende te worden afgevoerd. Verdachte heeft geen onderzoek verricht of laten verrichten naar de effecten van het toepassen van die grond of anderszins maatregelen getroffen ter voorkoming van aantasting of vervuiling van de bodem. Gelet hierop stond de enkele ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.