NJF 2013/287
Vertegenwoordiging. Vervolg op HR 19 februari 2010, NJ 2010/115 (ING/Bera Holding). Schijn van volmachtverlening ook mogelijk ingeval van gerechtvaardigd vertrouwen op grond van feiten en omstandigheden die voor risico van de pseudo-vertegenwoordigde komen en waaruit naar verkeersopvattingen zodanige schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid.
Hof Arnhem-Leeuwarden 21-05-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:CA0467 (ING Bank/Bera Holding)
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
21 mei 2013
- Magistraten
Mrs. I.A. Katz-Soeterboek, G.P.M. van den Dungen, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
200.096.803
- LJN
CA0467
- Roepnaam
ING Bank/Bera Holding
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHARL:2013:CA0467, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 21‑05‑2013
- Wetingang
Essentie
Vertegenwoordiging. Vervolg op HR 19 februari 2010, NJ 2010/115 (ING/Bera Holding). Schijn van volmachtverlening ook mogelijk ingeval van gerechtvaardigd vertrouwen op grond van feiten en omstandigheden die voor risico van de pseudo-vertegenwoordigde komen en waaruit naar verkeersopvattingen zodanige schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid.
Samenvatting
Na het arrest HR 19 februari 2010, waarin — in navolging van wat reeds in de literatuur werd bepleit — de mogelijkheid van toerekening van de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid werd verruimd door uit te gaan van feiten en omstandigheden die voor risico van de pseudo-vertegenwoordigde behoren te komen, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.