Hof Den Haag, 21-10-2014, nr. 200.150.453/01
ECLI:NL:GHDHA:2014:4728
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
21-10-2014
- Zaaknummer
200.150.453/01
- Roepnaam
Fitness Carnisselande/Bouwonderneming Stout
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHDHA:2014:4728, Uitspraak, Hof Den Haag, 21‑10‑2014; (Hoger beroep)
Herstelde arrest: ECLI:NL:GHDHA:2014:3088
ECLI:NL:GHDHA:2014:3088, Uitspraak, Hof Den Haag, 07‑10‑2014; (Hoger beroep)
Herstelarrest: ECLI:NL:GHDHA:2014:4728
Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:339, Bekrachtiging/bevestiging
Uitspraak, Hof Den Haag, 15‑07‑2014
- Vindplaatsen
AR 2017/1050
Uitspraak 21‑10‑2014
Inhoudsindicatie
beslissing artikel 31 Rv bij ECLI:NL:GHDHA:2014:3088 Second opinion - procedure. Afgebroken onderhandelingen; overeenkomst tot stand gekomen? Schadevergoeding wegens gederfde winst? Overeenkomst tot vergoeding van gemaakte kosten? Vaststelling redelijke prijs voor verrichte verbouwingswerkzaamheden. BTW en wettelijke handelsrente. Schending klachtplicht ter zake van gebreken van invloed op redelijke prijs?
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel Recht
zaaknummer : 200.150.453/01
zaak-/rolnummer rechtbank : 274501 / HA ZA 06-3424
Arrest van 21 oktober 2014
in de zaak van
1
Fitness Carnisselande B.V.
2
Wellnesselande Barendrecht B.V.
3
Wellnesselande Nederland B.V.,
gevestigd te Barendrecht,
appellanten,
hierna te gezamenlijk noemen: Fitness Carnisselande c.s. en ieder afzonderlijk:
Wellnesselande Barendrecht, Fitness Carnisselande respectievelijk Wellnesselande Nederland,
advocaat: mr. D.M.H.M. van Dijk te Arnhem
tegen
Bouwonderneming Stout B.V.,
gevestigd te Hardinxveld-Giessendam,
geïntimeerde,
hierna te noemen: Stout,
advocaat: mr. J.A.J.M. Jonk te Alblasserdam.
Het hof heeft op 7 oktober 2014 in bovengenoemde zaak arrest gewezen. In dat arrest is in de kop na de vermelding van de namen van appellanten, achter: “advocaat” vermeld: “onttrokken”. Deze vermelding, het gevolg van een administratieve vergissing, is kennelijk onjuist, nu mr D.M.H.M. van Dijk zich in hoger beroep voor appellanten heeft gesteld en zich nadien niet heeft onttrokken.
Het hof heeft partijen in de gelegenheid gesteld te reageren op het aan partijen kenbaar gemaakte voornemen vanhet hof tot amtshalve verbetering van het arrest. Mr. Jonk en mr. van Dijk hebben beiden telefonisch op 17 oktober 2014 aangegeven geen bezwaar te hebben tegen dit voornemen.
Het hof ziet aanleiding de hiervoor bedoelde kennelijke fout te verbeteren.
Beslissing
Het hof:
verstaat dat in de kop van het hiervoorgenoemde arrest is na de vermelding van de namen van appellanten, achter: “advocaat” in plaats van “onttrokken” moet worden gelezen: “mr. D.M.H.M. van Dijk te Arnhem"
Deze verbetering wordt aangebracht op de minuut en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 21 oktober 2014.
Voor het overige blijft het arrest, ook wat betreft de datum van uitspraak, geheel in stand.
Deze beslissing is gegeven door mrs. M.M. Olthof, H.M. Wattendorff en M.Y. Bonneur.
Uitspraak 07‑10‑2014
Inhoudsindicatie
Second opinion - procedure. Afgebroken onderhandelingen; overeenkomst tot stand gekomen? Schadevergoeding wegens gederfde winst? Overeenkomst tot vergoeding van gemaakte kosten? Vaststelling redelijke prijs voor verrichte verbouwingswerkzaamheden. BTW en wettelijke handelsrente. Schending klachtplicht ter zake van gebreken van invloed op redelijke prijs?
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel Recht
zaaknummer : 200.150.453/01
zaak-/rolnummer rechtbank : 274501 / HA ZA 06-3424
Arrest van 7 oktober 2014
in de zaak van
1.
Wellnesselande Barendrecht B.V.
2.
Fitness Carnisselande B.V.
3.
Wellnesselande Nederland B.V.,
gevestigd te Barendrecht,
appellanten,
hierna te gezamenlijk noemen: Wellnesselande c.s. en ieder afzonderlijk: Wellnesselande Barendrecht, Fitness Carnisselande respectievelijk Wellnesseland Nederland,
advocaat: onttrokken
tegen
Bouwonderneming Stout B.V.,
gevestigd te Hardinxveld-Giessendam,
geïntimeerde,
hierna te noemen: Stout,
advocaat: mr. J.A.J.M. Jonk te Alblasserdam.
De procedure
Verwezen wordt naar het tussenarrest van 15 juli 2014 waarin een comparitie na
aanbrengen is bevolen. Voorafgaand aan die comparitie is namens beide partijen toelating tot
de Second Opinion-procedure verzocht. Daartoe hebben de behandelend advocaten ieder een
SO-formulier als bedoeld in de artikel 3.2 van het Second Opinion Reglement (SOR)
ingevuld en ondertekend. Voornoemd verzoek is toegestaan, van de comparitie van partijen
is afgezien en arrest is bepaald.
Beoordeling van het hoger beroep volgens de Second Opinion-procedure
1.
Met de namens hen verrichte invulling en ondertekening van de SO-formulieren hebben partijen ingestemd met het SOR en worden zij geacht de conclusies als bedoeld in artikel 347 lid 1 Rv te hebben genomen (zie ook de artikelen 3.3 en 3.4 SOR). Gelet hierop luidt de enige grief van Wellnesselande c.s. dat de rechtbank Rotterdam in de vonnissen van 24 maart 2010, 9 november 2011 en 18 december 2013 niet heeft beslist overeenkomstig hetgeen zij in eerste aanleg had gevorderd.
2.
Het hof – dat kennis heeft genomen van de stukken van de eerste aanleg – neemt de overwegingen van de kantonrechter over en maakt deze tot de zijne, behoudens de hierna te vermelden overwegingen.
3.
Anders dan de rechtbank in het bestreden eindvonnis van 18 december 2013, onder 2.11, laatste volzin en onder 2.14, laatste volzin, heeft overwogen, dienen de door de deskundige begrote herstelkosten van € 1.652,57 respectievelijk € 26.349,22 naar het oordeel van het hof wèl in mindering te worden gebracht op het door Wellnesselande c.s. verschuldigde bedrag aan verbouwingskosten. De rechtbank heeft deze bedragen buiten beschouwing gelaten op de grond dat Welnesselande c.s. niet (tijdig) heeft geklaagd (als bedoeld in artikel 6:89 BW) over de gebreken waarop deze herstelkosten zien. Zoals de rechtbank evenwel in haar tussenvonnis van 9 november 2011 onder 2.7.2, laatste volzin en onder 2.8.1, laatste volzin, had overwogen, en ook de deskundige in zijn rapport (p. 22 onder “4.2 Samenvatting”) tot uitgangspunt heeft genomen, kunnen de desbetreffende gebreken wel van invloed zijn op de beantwoording van de vragen of de door Stout voor het uitgevoerde werk in rekening gebrachte bedragen redelijk zijn, mede gelet op de kwaliteit van de uitvoering van het werk en van de daarbij gebruikte materialen, en zo nee, wat – per post bezien –een redelijk bedrag is.
4.
Het onder 3 overwogene brengt mee dat het bestreden vonnis van 18 december 2013 gedeeltelijk zal worden vernietigd, te weten voor zover daarbij Wellnesselande c.s. hoofdelijk is veroordeeld tot betaling aan Stout van een hoofdsom van € 143.239,53. Het hof zal op dat punt opnieuw recht doen en Wellnesselande c.s. hoofdelijk veroordelen tot betaling aan Stout van een hoofdsom van € 143.239,53 minus € 1.652,57 en minus € 26.349,22 = € 115.237,74.
5.
De bestreden vonnissen zullen voor het overige worden bekrachtigd. Dit behoeft, gezien artikel 4.2 SOR, geen nadere motivering.
6.
Het hof ziet aanleiding om in hoger beroep de kosten te compenseren.
Beslissing
Het hof:
- -
bekrachtigt de tussen partijen gewezen vonnissen van de rechtbank Rotterdam van 24 maart 2010 en 9 november 2011;
- -
vernietigt het tussen partijen gewezen vonnis van 18 december 2013, doch uitsluitend voor zover daarbij Wellnesselande c.s. hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn gekweten, is veroordeeld om aan Stout te betalen een bedrag van € 143.239,53, vermeerderd met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over dit bedrag met ingang van 24 november 2006 tot de dag van volledige betaling,
en, in zoverre opnieuw recht doende: veroordeelt Wellnesselande c.s. hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn gekweten, om aan Stout te betalen een bedrag van € 115.237,74, vermeerderd met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over dit bedrag met ingang van 24 november 2006 tot de dag van volledige betaling;
- -
bekrachtigt het vonnis van 18 december 2013 voor het overige;
- -
veroordeelt Stout tot terugbetaling aan Wellnesselande c.s. van hetgeen laatstgenoemde uit hoofde van het bestreden vonnis meer aan verbouwingskosten met wettelijke handelsrente daarover heeft betaald dan € 115.237,74 met wettelijke handelsrente daarover, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW daarover vanaf de dag van betaling tot aan de dag van terugbetaling;
- compenseert in het hoger beroep de kosten.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.M. Wattendorff, M.M. Olthof en M.Y. Bonneur en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 oktober 2014 in aanwezigheid van de griffier.
Uitspraak 15‑07‑2014
Mrs. H.M. Wattendorff, I.M. Davids, P.M. Verbeek
Partij(en)
arrest van 15 juli 2014
in de zaak van
- 1.
Wellnesselande Barendrecht B.V.,
gevestigd te Oud-Beijerland,
- 2.
Fitness Carnisselande B.V.,
gevestigd te Barendrecht,
- 3.
Wellnesselande Nederland B.V.,
gevestigd te Barendrecht,
appellanten,
hierna te noemen: Wellnesselande c.s.,
advocaat: mr. J.W.G. Oudijk te Utrecht,
tegen
[geïntimeerde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerde,
hierna te noemen: [geïntimeerde],
advocaat: mr. J.A.J.M. Jonk te Alblasserdam.
Het geding
Bij exploot van 17 maart 2014 is Wellnesselande c.s. in hoger beroep gekomen van de vonnissen van 11 juni 2008, 24 maart 2010, 9 november 2011 en 18 december 2013, door de rechtbank Rotterdam, team handel, gewezen tussen partijen. Op de rolzitting van 17 juni 2014 is de zaak aangebracht.
Beoordeling van het hoger beroep
Het hof ziet aanleiding om een comparitie van partijen te gelasten. Het doel is het inwinnen van inlichtingen en het beproeven van een minnelijke regeling. De comparitie kan ook worden benut om de mogelijkheden van mediation te bezien. Indien geen regeling tot stand komt en de zaak niet naar mediation wordt verwezen, zal de zaak in beginsel naar de rol worden verwezen. De comparitie zal dan verder worden benut om procedureafspraken te maken, zoals afspraken over termijnen en eventuele bewijslevering.
Het hof attendeert partijen erop dat in 2014 — naast de comparitie van partijen en mediation — ook de mogelijkheid bestaat om het vonnis (of de vonnissen) in eerste aanleg ter herbeoordeling voor te leggen zonder verdere stukkenwisseling, waarna het hof op korte termijn arrest zal wijzen. Voor de inhoud van het hierop toepasselijke Second Opinion Reglement en de daarbij behorende formulieren wordt verwezen naar: Reglement second opinion.pdf te vinden op www.rechtspraak.nl onder Organisatie/Gerechtshoven/Den-Haag/Nieuws/Documenten.
Indien partijen binnen twee weken na dit arrest door middel van de daarvoor bestemde formulieren en onder overlegging van een kopie van het procesdossier een verzoek om een herbeoordeling via de second opinion procedure bij de na te noemen raadsheer-commissaris indienen, zal het hof vervolgens zo spoedig mogelijk een beslissing nemen of zij tot die procedure worden toegelaten. Alleen indien het verzoek wordt toegestaan, zal de comparitie van partijen geen doorgang vinden.
Partijen hebben eveneens de mogelijkheid om eerst ter comparitie een verzoek te doen om te worden toegelaten tot de second opinion procedure. Voor de gang van zaken in dat geval wordt verwezen naar hoofdstuk III van voornoemd Reglement.
Beslissing
Het hof:
- —
beveelt partijen in persoon, als het om een rechtspersoon gaat deugdelijk vertegenwoordigd door een persoon die van de zaak op de hoogte is en bevoegd is om een schikking aan te gaan, vergezeld van hun raadslieden, voor het verstrekken van inlichtingen en het beproeven van een minnelijke regeling te verschijnen voor de hierbij benoemde raadsheer-commissaris mr. H.M. Wattendorff in het Paleis van Justitie aan de Prins Clauslaan 60 te Den Haag, en wel op vrijdag 26 september 2014 om 10.00 uur;
- —
bepaalt dat uitstel van deze comparitie eenmaal zal worden verleend, indien daarom, onder opgave van verhinderdata van beide partijen, binnen twee weken na dit arrest schriftelijk wordt verzocht;
- —
bepaalt dat Wellnesselande c.s. een kopie van het volledige procesdossier inclusief producties, binnen twee weken na dit arrest naar de griffie handel van dit hof (Postbus 20302, 2500 EH Den Haag, P2-236) zal zenden;
- —
bepaalt dat partijen de bescheiden waarop zij voor het overige een beroep zouden willen doen, zullen overleggen door deze uiterlijk twee weken vóór de comparitie aan de griffie handel en aan de wederpartij alsmede in kopie aan de raadsheer-commissaris te zenden;
- —
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.M. Wattendorff, I.M. Davids en P.M. Verbeek en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 juli 2014 in aanwezigheid van de griffier.