NJB 2023/1332
Bevestiging door het hof van het vonnis van de politierechter terwijl daarin de redengevende bewijsmiddelen ontbreken en in hoger beroep vrijspraak is bepleit, art. 359 lid 3 Sv: uit de bewoordingen van deze bepaling volgt dat die in elk geval geen toepassing kan vinden als door of namens de verdachte op de terechtzitting vrijspraak is bepleit. Daarom had het hof het vonnis alleen mogen bevestigen met de in art. 423 lid 1 Sv bedoelde aanvulling van gronden, bestaande uit de in de eerste volzin van het derde lid van art. 359 Sv bedoelde weergave van de inhoud van de bewijsmiddelen voor het bewezenverklaarde. Hier is immers geen sprake van de situatie dat de enkelvoudige kamer van het hof mondeling arrest wijst als bedoeld in de Regeling aantekening mondeling vonnis (Stcrt. 1996, 197).
HR 16-05-2023, ECLI:NL:HR:2023:725
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 mei 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, C. Caminada
- Zaaknummer
21/04225
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:725, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑05‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:330, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑03‑2023
- Wetingang
Essentie
Bevestiging door het hof van het vonnis van de politierechter terwijl daarin de redengevende bewijsmiddelen ontbreken en in hoger beroep vrijspraak is bepleit, art. 359 lid 3 Sv: uit de bewoordingen van deze bepaling volgt dat die in elk geval geen toepassing kan vinden als door of namens de verdachte op de terechtzitting vrijspraak is bepleit. Daarom had het hof het vonnis alleen mogen bevestigen met de in art. 423 lid 1 Sv bedoelde aanvulling van gronden, bestaande uit de in de eerste volzin van het derde lid van art. 359 Sv bedoelde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.