Einde inhoudsopgave
Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven
6
Geldend
Geldend vanaf 13-04-2016
- Bronpublicatie:
13-04-2016, PbEU 2016, L 123 (uitgifte: 12-05-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
13-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-04-2016, PbEU 2016, L 123 (uitgifte: 12-05-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Besluitvorming
Staatsrecht / Wetgeving
De Commissie treedt zowel voor als na de vaststelling van haar jaarlijks werkprogramma (hierna ‘werkprogramma van de Commissie’ genoemd) in dialoog met het Europees Parlement en met de Raad. Die dialoog omvat het volgende:
- a)
voordat de voorzitter en de eerste vicevoorzitter van de Commissie een schriftelijke bijdrage indienen waarin de voornaamste politieke onderwerpen voor het komende jaar voldoende nauwkeurig worden besproken en die aanwijzingen bevat over voorgenomen intrekkingen van Commissievoorstellen (hierna ‘intentieverklaring’ genoemd) vinden vroegtijdige bilaterale gedachtewisselingen over initiatieven voor het komende jaar plaats;
- b)
na het debat over de Staat van de Unie en vóór de goedkeuring van het werkprogramma van de Commissie wisselen het Europees Parlement en de Raad met de Commissie van gedachten op basis van de intentieverklaring;
- c)
de drie instellingen wisselen overeenkomstig punt 7 van gedachten over het vastgestelde werkprogramma van de Commissie.
De Commissie houdt naar behoren rekening met de door het Europees Parlement en de Raad in elk stadium van de dialoog geformuleerde standpunten, met inbegrip van hun verzoeken om initiatieven.