Einde inhoudsopgave
Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven
Bijlage Gezamenlijk akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over gedelegeerde handelingen
Geldend
Geldend vanaf 13-04-2016
- Bronpublicatie:
13-04-2016, PbEU 2016, L 123 (uitgifte: 12-05-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
13-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-04-2016, PbEU 2016, L 123 (uitgifte: 12-05-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Besluitvorming
Staatsrecht / Wetgeving
I. Toepassingsgebied en algemene beginselen
1
Deze gezamenlijke afspraak bouwt voort op en vervangt het Gezamenlijk Akkoord van 2011 over gedelegeerde handelingen en stroomlijnt de werkwijze die het Europees Parlement en de Raad nadien hebben vastgelegd. Het bevat de praktische regelingen en overeengekomen verduidelijkingen en voorkeuren die van toepassing zijn op de overdracht van wetgevende bevoegdheid krachtens artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Volgens dat artikel moeten de doelstellingen, de inhoud, de strekking en de duur van een bevoegdheidsdelegatie in elke wetgevingshandeling die in een dergelijke delegatie voorziet (hierna ‘basishandeling’ genoemd) uitdrukkelijk worden afgebakend.
2
Bij de uitoefening van hun bevoegdheden en overeenkomstig de in het VWEU vastgestelde procedures werken het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (hierna ‘de drie instellingen’ genoemd) gedurende de gehele procedure samen met het oog op een soepele uitoefening van de overgedragen bevoegdheid en een doeltreffende controle van die bevoegdheid door het Europees Parlement en de Raad. Hiertoe worden op administratief niveau de nodige contacten onderhouden.
3
Wanneer wordt voorgesteld om bevoegdheid krachtens artikel 290 VWEU over te dragen, of wanneer een dergelijke bevoegdheid wordt overgedragen, gebruiken de betrokken instellingen, afhankelijk van de procedure voor de vaststelling van de basishandeling, zoveel mogelijk de standaardbepalingen uit het bijgevoegde aanhangsel.
II. Overleg bij de voorbereiding en opstelling van gedelegeerde handelingen
4
Bij de voorbereiding van ontwerpen van gedelegeerde handelingen raadpleegt de Commissie door elke lidstaat aangewezen deskundigen. De deskundigen van de lidstaten worden tijdig geraadpleegd over elk ontwerp van gedelegeerde handeling dat door de diensten van de Commissie is opgesteld (1). De ontwerpen van gedelegeerde handelingen worden gedeeld met de deskundigen van de lidstaten. Die raadplegingen vinden plaats via bestaande deskundigengroepen, of via ad-hocvergaderingen met deskundigen uit de lidstaten, waarvoor de Commissie de uitnodigingen via de permanente vertegenwoordigingen van alle lidstaten verzendt. Het is aan de lidstaten om te beslissen welke deskundigen deelnemen. Met het oog op de voorbereiding krijgen de deskundigen van de lidstaten tijdig de ontwerpen van gedelegeerde handelingen, de ontwerpagenda en alle andere relevante documenten.
5
Aan het eind van elke vergadering met de deskundigen van de lidstaten of ten vervolge van die vergaderingen formuleren de diensten van de Commissie de conclusies die zij uit het overleg hebben getrokken, onder meer over de vraag hoe zij rekening zullen houden met de standpunten van de deskundigen en hoe zij verder te werk wensen te gaan. Die conclusies worden opgenomen in de notulen van de vergadering.
6
De voorbereiding en de opstelling van gedelegeerde handelingen kan ook de raadpleging van belanghebbenden inhouden.
7
Indien de materiële inhoud van een ontwerp van gedelegeerde handeling op enigerlei wijze wordt gewijzigd, biedt de Commissie de deskundigen van de lidstaten de gelegenheid om, waar van toepassing schriftelijk, te reageren op de gewijzigde versie van het ontwerp van de gedelegeerde handeling.
8
In de toelichting bij de gedelegeerde handeling wordt een samenvatting van het raadplegingsproces opgenomen.
9
De Commissie stelt regelmatig een indicatieve lijst van geplande gedelegeerde handelingen beschikbaar.
10
Bij de voorbereiding en opstelling van gedelegeerde handelingen zorgt de Commissie ervoor dat alle documenten, waaronder de ontwerphandelingen, tijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad en op hetzelfde tijdstip aan de deskundigen van de lidstaten.
11
Indien zij dat noodzakelijk achten, kunnen zowel het Europees Parlement als de Raad deskundigen sturen naar de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen waarvoor deskundigen van de lidstaten zijn uitgenodigd. Daartoe ontvangen het Europees Parlement en de Raad de planning voor de komende maanden en de uitnodigingen voor alle deskundigenvergaderingen.
12
De drie instellingen delen elkaar mee welke functionele mailboxen moeten worden gebruikt voor de toezending en de ontvangst van alle documenten die gedelegeerde handelingen betreffen. Zodra het in punt 29 van dit akkoord bedoelde register is ingesteld, wordt dat daartoe gebruikt.
III. Regeling voor toezending van documenten en berekening van termijnen
13
De Commissie zendt de gedelegeerde handelingen via een passend mechanisme officieel toe aan het Europees Parlement en de Raad. Gerubriceerde documenten worden behandeld conform de interne administratieve procedures ter zake van elke instelling, zodat alle nodige waarborgen worden geboden.
14
Om ervoor te zorgen dat het Europees Parlement en de Raad de in artikel 290 VWEU bedoelde rechten kunnen uitoefenen binnen de in elke basishandeling vastgelegde termijnen, zendt de Commissie in de volgende perioden geen gedelegeerde handelingen toe:
- —
van 22 december tot en met 6 januari;
- —
van 15 juli tot en met 20 augustus.
Deze perioden gelden alleen wanneer de termijn voor indiening van bezwaren op punt 18 is gebaseerd.
Die perioden gelden niet voor gedelegeerde handelingen die worden vastgesteld volgens de spoedprocedure zoals bedoeld in deel VI van deze Gezamenlijke Afspraak. Indien tijdens één van de in de eerste alinea bedoelde perioden een gedelegeerde handeling wordt vastgesteld volgens de spoedprocedure, gaat de in de basishandeling vermelde termijn voor indiening van bezwaren pas in wanneer de betrokken periode is verstreken.
Uiterlijk in oktober van het jaar vóór de verkiezingen van het Europees Parlement treffen de drie instellingen een regeling voor de kennisgeving van gedelegeerde handelingen tijdens het verkiezingsreces.
15
De termijn voor indiening van bezwaren vangt aan wanneer het Europees Parlement en de Raad alle officiële taalversies van de gedelegeerde handeling hebben ontvangen.
IV. Duur van de delegatie
16
In de basishandeling kan de Commissie de bevoegdheid worden verleend om voor een onbepaalde of bepaalde termijn gedelegeerde handelingen vast te stellen.
17
Indien is voorzien in een bepaalde termijn, moet in beginsel in de basishandeling worden bepaald dat de bevoegdheidsdelegatie stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur wordt verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden vóór het einde van elke termijn tegen die verlenging verzet. Uiterlijk negen maanden vóór het einde van elke termijn stelt de Commissie een verslag op over de gedelegeerde bevoegdheid. Dit punt doet geen afbreuk aan het recht van het Europees Parlement of de Raad om de delegatie in te trekken.
V. Termijn voor het maken van bezwaar door het Europees Parlement en de Raad
18
Onverminderd de spoedprocedure mag de bezwaartermijn die in elke basishandeling per geval wordt vastgesteld, in beginsel niet minder dan twee maanden bedragen; op initiatief van elke instelling (het Europees Parlement of de Raad) kan die termijn met twee maanden worden verlengd.
19
Indien het Europees Parlement en de Raad de Commissie hebben meegedeeld dat zij geen bezwaar zullen maken, kan de gedelegeerde handeling echter vóór het verstrijken van die termijn worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en in werking treden.
VI. Spoedprocedure
20
De spoedprocedure moet worden voorbehouden voor uitzonderlijke gevallen, zoals veiligheid, volksgezondheid of externe betrekkingen, waaronder humanitaire crises. Het Europees Parlement en de Raad moeten in de basishandeling de keuze van een spoedprocedure motiveren. In de basishandeling wordt gepreciseerd in welke gevallen de spoedprocedure moet worden gebruikt.
21
De Commissie houdt het Europees Parlement en de Raad volledig op de hoogte van de mogelijkheid dat een gedelegeerde handeling volgens de spoedprocedure wordt vastgesteld. Zodra de Commissiediensten dat verwachten, lichten zij de secretariaten van het Europees Parlement en de Raad daarover informeel in via de in punt 12 bedoelde functionele mailboxen.
22
Een gedelegeerde handeling die volgens de spoedprocedure wordt vastgesteld, treedt onverwijld in werking en is van toepassing zolang er binnen de in de basishandeling vermelde termijn geen bezwaar wordt gemaakt. Indien er bezwaar wordt gemaakt door het Europees Parlement of de Raad, trekt de Commissie de handeling onmiddellijk in na de kennisgeving door het Europees Parlement of de Raad van het besluit om bezwaar te maken.
23
Wanneer de Commissie het Europees Parlement en de Raad in het kader van een spoedprocedure in kennis stelt van een gedelegeerde handeling, vermeldt zij de redenen voor het volgen van die procedure.
VII. Bekendmaking in het Publicatieblad
24
Gedelegeerde handelingen worden pas bekendgemaakt in de L-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie nadat de bezwaartermijn is verstreken, behalve wanneer sprake is van de in punt 19 vermelde omstandigheden. Volgens de spoedprocedure vastgestelde gedelegeerde handelingen worden onverwijld bekendgemaakt.
25
Onverminderd artikel 297 VWEU worden besluiten van het Europees Parlement of de Raad om een bevoegdheidsdelegatie in te trekken, bezwaar te maken tegen een volgens de spoedprocedure vastgestelde gedelegeerde handeling of zich te verzetten tegen de stilzwijgende verlenging van een bevoegdheidsdelegatie eveneens in de L-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt. Een besluit tot intrekking van de delegatie treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
26
De Commissie maakt in het Publicatieblad van de Europese Unie ook de besluiten tot intrekking van gedelegeerde handelingen bekend die volgens de spoedprocedure zijn vastgesteld.
VIII. Uitwisseling van informatie, met name bij intrekking
27
Bij de uitoefening van hun rechten ter toepassing van de in de basishandeling vermelde voorwaarden informeren het Europees Parlement en de Raad elkaar en de Commissie.
28
Wanneer het Europees Parlement of de Raad een procedure begint die tot intrekking van een bevoegdheidsdelegatie kan leiden, worden de twee andere instellingen uiterlijk één maand voor de vaststelling van het intrekkingsbesluit daarvan op de hoogte gebracht.
Aanhangsel Standaardbepalingen
Voetnoten
Onverminderd de in dit akkoord neergelegde regelingen voor raadpleging, wordt rekening gehouden met de nadere details van de procedure voor het voorbereiden van technische reguleringsnormen, zoals omschreven in de ESA-Verordeningen [Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12), Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48) en Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84)].