Gst. 2018/180
De mogelijkheid voor een bestuursorgaan om vanwege een verboden gedraging een boete op te leggen dient niet alleen een basis te vinden in de formele wet, maar de verboden gedraging zelf dient ook voldoende concreet en nauwkeurig te zijn omschreven in lagere wetgeving. Indien dit niet het geval is, komt het opleggen van een boete in strijd met de rechtszekerheid. Omzetten is geen onttrekken. (Amsterdam)
ABRvS 20-06-2018, ECLI:NL:RVS:2018:2042, m.nt. R.S. Wijling
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
20 juni 2018
- Magistraten
Mrs. H.G. Lubberdink, E.J. Daalder en B.J. Schueler
- Zaaknummer
201703819/1/A3
- Noot
R.S. Wijling
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS36261:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2018:2042, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 20‑06‑2018
- Wetingang
Essentie
De mogelijkheid voor een bestuursorgaan om vanwege een verboden gedraging een boete op te leggen dient niet alleen een basis te vinden in de formele wet, maar de verboden gedraging zelf dient ook voldoende concreet en nauwkeurig te zijn omschreven in lagere wetgeving. Indien dit niet het geval is, komt het opleggen van een boete in strijd met de rechtszekerheid. Omzetten is geen onttrekken. (Amsterdam)
Samenvatting
De mogelijkheid om een boete op te kunnen leggen dient niet alleen een basis te vinden in de relevante wet in formele zin, maar de verboden gedraging dient ook voldoende concreet en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.