BNB 2016/227
Voorwaarden voor vrijstelling pensioenlichamen; gebruikmaking derivaten door pensioenfonds
HR 23-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2122, m.nt. R.J. de Vries
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 september 2016
- Magistraten
Mrs. Overgaauw, Van Vliet, Bavinck, Van Loon, Van Kalmthout
- Zaaknummer
15/03542
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
R.J. de Vries
- JCDI
JCDI:ADS111315:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
Vennootschapsbelasting / Vrijstelling
Vennootschapsbelasting / Belastingplichtige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2122, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:173, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 22‑03‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑11‑2015
- Wetingang
Art. 5 lid 1 onderdeel b Wet VPB 1969; art. 3 Uitv.besl. VPB 1971 (tekst 2010 en 2011)
Essentie
Voorwaarden voor vrijstelling pensioenlichamen; gebruikmaking derivaten door pensioenfonds
Samenvatting
Belanghebbende, een stichting, is een pensioenfonds waarin een zogenoemde beschikbarepremieregeling is getroffen. De regeling ziet uitsluitend op het variabele deel van het salaris van de deelnemende werknemers. De ingelegde pensioenpremies werden belegd op bij een bank aangehouden depositorekeningen. De vermogensbestanddelen van belanghebbende waren verder uitsluitend longposities in aandelen met daartegenover shortposities in derivaten. Er was sprake van volledig gedekte posities waarbij geen marktrisico werd gelopen. De financiering van de longposities in aandelen door belanghebbende geschiedde hetzij door de verkoop van derivaten, hetzij door middel van een lening. Belanghebbendes belangrijkste bron ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.